Een paar jaar geleden verschenen ze aan onze eettafel. Nilay uit Soedan en Zahur uit Egypte, altijd gezamenlijk. Meestal zaten ze aan tafel met hun dikke jas nog aan. Ze praatten niet echt veel. Hun Engels was trouwens matig en Nederlands spraken ze niet. Maar ze hielpen steevast netjes bij de afwas en vertrokken daarna stilletjes, zonder nog een kopje koffie of thee te drinken. Niemand van ons weet precies hoe ze ons hebben gevonden. Margriet was opgetogen over deze nieuwe vorm van gastvrijheid aan duidelijk dakloze vluchtelingen. Soms kwamen ze enkele keren per week, maar er konden ook weken voorbij gaan zonder dat we ze zagen.