Zoet was ze niet; eerder zout, het zout der aarde. Als jonge zuster was ze vanuit Frankrijk naar Amsterdam gekomen en kon al gauw aan de slag in een fabriek in de buurt. Haar collega’s leerden haar ‘pittige’ woorden, die ze met een dik Frans accent uitsprak. Ze schiep er altijd zichtbaar genoegen in om met een rake Amsterdamse uitdrukking het beeld van een lieve, brave zuster aan diggelen te laten vallen.
Ze was kritisch op wat er in kerk en samenleving gebeurde en nam geen blad voor de mond. Tegelijk was ze altijd betrokken op anderen en trouw aan haar vele vrienden en kennissen. Ook tussen onze gemeenschap en de Kleine Zusters ontstond een nauwe vriendschap. Over en weer herkenden we in elkaar een spiritualiteit van verbondenheid met mensen die aan de kant staan in onze samenleving.
Op de woonboot was iedereen welkom, ook verslaafden en daklozen. Als Bretonse die in armoede was opgegroeid, voelde Andrée-Julienne zich erg verbonden met mensen die het niet getroffen hadden in het leven. Het leven op de woonboot was mooi, maar ook zwaar. De zusters verhuisden naar een appartementje elders in de Jordaan. Weer een nieuwe fase brak aan toen een priester de zusters uitnodigde om zich te vestigen op de gloednieuwe woonwijk IJburg om in ‘deze moderne woestijn’ de Kerk present te stellen. De zusters veroverden al gauw de harten van buurtgenoten met hun onpretentieuze aanwezigheid en vriendschap. Andrée-Julienne bleef als vrijwilligster van het Drugspastoraat steeds nauw verbonden met haar dakloze en verslaafde vrienden.
De laatste jaren van haar leven sukkelde Andrée-Julienne met haar gezondheid. Lopen ging steeds moeilijker. Ook haar geestelijke vermogens gingen achteruit. Haar medezuster Mauricia stond haar liefdevol en geduldig bij, totdat het echt niet langer kon en ze in een verpleeghuis moest worden opgenomen.
Het was haar uitdrukkelijke wens om in Amsterdam begraven te worden tussen haar verslaafde vrienden en vriendinnen. Op 7 oktober namen we met heel veel mensen tijdens een indrukwekkende viering in de Nicolaaskerk afscheid. Erna begeleidden we Andrée-Julienne naar het gezamenlijke graf van het Amsterdamse Drugspastoraat op begraafplaats St. Barbara. Het is voor velen van ons een geruststellende gedachte dat zij in Amsterdam blijft, midden onder hen die Jezus ‘de minsten der mijnen’ noemde.