Zo bleef ik vanuit de deuropening kijken naar de tweede, derde, vierde os. Het was telkens hetzelfde: hetzelfde afhakken van het hoofd met gebeten tong, dezelfde spasmen in de ledematen. Het enige verschil was dat de slager niet altijd meteen zo toesloeg dat het dier viel. Soms miste hij zijn doel, waarna de os opsprong, loeide, en besmeurd met bloed probeerde te ontsnappen.” […] “Een poosje geleden ontmoette ik onderweg een slager […]. Hij is nog geen ervaren slager, en het is zijn taak om met een mes te steken. Ik vroeg hem of hij geen medelijden heeft met de dieren die hij dood maakt. Hij gaf het gebruikelijke antwoord: ‘Waarom zou ik medelijden hebben? Het moet nou eenmaal.’ Maar toen ik zei dat vlees eten niet noodzakelijk is, maar een luxe, was hij het met me eens; en hij gaf toe dat hij medelijden had met de dieren. ‘Maar wat kan ik eraan doen? Ik moet mijn brood verdienen,’ zei hij. ‘In het begin was ik bang om te doden. Mijn vader, die heeft in zijn hele leven nog geen kip doodgemaakt.’ De meerderheid van de Russen kan niet doden; ze voelen medelijden, en drukken dat gevoel uit met het woord ‘angst’. Deze man was ook ‘bang’ geweest, maar hij was het nu niet meer.”
– Leo Tolstoi, 1892
Zien, oordelen, handelen
Tolstoi schrijft dit in 1892, als hij 64 jaar oud is. Het is dan al meer dan 20 jaar geleden dat hij Oorlog en Vrede schreef, en ook Anna Karenina ligt al ver achter hem. Hij is in een nieuwe levensfase gekomen, waarin hij het leven niet alleen beschrijft, maar er ook actief over oordeelt. “Zien, oordelen, handelen”, zoals paus Johannes XXIII het proces van verandering beschrijft. Tolstoi neemt ook het handelen serieus, en in 1894 staat in de Amsterdammer zelfs hoe hij “volkomen vegetariër” wordt, en naast vlees ook geen melk of eieren meer eet. Nu zouden we dat een veganist noemen, en het woord vegetariër gebruiken voor iemand die geen vlees eet. Dus zelfs geen kip of vis (ergens tussen garnalen en eencelligen zit dan weer wat grijs gebied, maar dat is voor een ander artikel).
Net als voor vegetariërs nu waren er voor Tolstoi verschillende redenen om vegetariër te worden. Zo beschrijft hij in de tekst waar het citaat hierboven uitkomt dat naast het overduidelijke leed bij dieren er ook mensenleed aan de slacht verbonden is: om dieren te kunnen doden moeten mensen hun “natuurlijke empathie met levende wezens” onderdrukken, en wennen aan het begaan van wreedheden.
Oerwortels
De Amerikaanse jezuïet John Dear beschrijft dat vegetarisme diepe wortels in het christendom heeft: in Genesis 1:29-30 zegt God al “Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde, dat zal jullie voedsel zijn”. Daarmee wordt het paradijs neergezet als een vegetarische plek, zoals ook Jesaja in zijn visioen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde een beeld schildert waarin zelfs leeuw en wolf samen weiden (Jes. 65:25). John Dear beschrijft ook hoe Daniël, uit verzet tegen het onreine voedsel van het Babylonische hof samen met zijn vrienden besluit om veganist te worden. Na tien dagen zien ze er al sterker en gezonder uit dan de andere hovelingen. En het is ook een sterk beeld dat Jezus, die de minste onder ons is, vaker weergegeven wordt als het lam dan als de slager.
Vegetarisme in de bijbel heeft verschillende redenen, waarbij vooral de vredigheid van een wereld zonder het doden van dieren, en de onreinheid van veel vlees volgens de spijswetten belangrijk zijn. Ook interessant is dat binnen veel christelijke tradities het vasten in bijvoorbeeld de veertigdagentijd eruit bestaat om veganistisch te eten, iets waar Tolstoi ook naar verwijst. Zo woonde ik in de London Catholic Worker een jaar samen met een Irakese christen die met alle religieuze vastendagen bij elkaar opgeteld zo ongeveer de helft van het jaar veganist was, iets wat mij nog steeds maar moeilijk lukt.
Christen-anarchisten
Geïnspireerd door de bijbel en door Tolstoi zijn er ook al vroeg christelijke vegetariërs in Nederland. In 1900 werd er al een christelijke leefgemeenschap gesticht in Blaricum, waar vegetarisme de norm was. Het gaat dan over een groep christen-anarchistische jongeren, die onder andere lange tijd het tijdschrift Vrede uitgeeft. Felix Ortt, een van de oprichters van de woongroep, is nauw betrokken bij de oprichting van de Nederlandse vegetariërsbond in 1894 en de in 1890 opgerichte Nederlandsche Bond tot Bestrijding der Vivisectie; bij beide is hij ook een tijdje voorzitter geweest.
Naast dierenbescherming en vegetarisme houdt deze groep zich ook bezig met antimilitarisme, natuurgeneeskunde en geheelonthouding. Zo wordt in het tijdschrift Vrede ook meermalen aandacht besteed aan dienstweigeraars, die ook in de gevangenis door de Vredesgroep bezocht werden. Er waren zelfs een soort inloophuizen, onder de noemer ‘stadswerk’, waar gewerkt werd met mensen die het minder hadden. In veel aspecten lijkt de spiritualiteit van deze groep dan ook op die van de Catholic Workerbeweging, die iets later in Amerika ontstaat, en waar het Noëlhuis deel van uitmaakt.
Vredestichters
Het is trouwens niet alleen in Nederland dat christen-anarchisme met vegetarisme verbonden werd. Ook Ammon Hennacy bijvoorbeeld, een van de eerste generatie Catholic Workers in New York wordt door Dorothy Day omschreven als een “fervente vegetariër”. Hij is dan ook degene van de vroege Catholic Workers die het meest geïnspireerd is door Tolstoi.
En Tolstoi werd niet alleen gelezen door christen-anarchisten: een van de beroemdste mensen die actief geïnspireerd werd door Tolstoi, en ook een interessante briefwisseling met hem heeft gehad, is Mahatma Gandhi. Als Tolstoi zich misschien een beetje aan de ‘zien- en oordelenkant’ van het spectrum bevindt, is Gandhi degene die bij uitstek het ‘handelen’ verpersoonlijkt. Zijn krachtige geweldloze campagnes, zoals die voor het dekoloniseren van India, zijn deels geïnspireerd op de geweldloosheid die Tolstoi vooral als theorie beschrijft. En Gandhi, die opgroeit in een context waar religieus vegetarisme normaal is, besluit tijdens zijn studie in Engeland op morele gronden ook vegetariër te worden. Hij gaat bij de Londense Vegetariërsbond in 1891, en schrijft regelmatig voor het blad: The Vegetarian.

Oud nieuws
Omdat het aantal vegetariërs in Nederland de laatste jaren nogal aan het stijgen is, lijkt het soms alsof het vegetarisme een nieuwe beweging is. Maar eigenlijk is het vegetarisme al sinds 1900 en daarvoor een opkomende stroming in Nederland. Naast de specifieke groepen waar het in dit artikel over gaat zijn er ook in de vroege linkse beweging regelmatig vegetariërs te vinden, zoals bijvoorbeeld Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919), en zijn er buiten Europa natuurlijk al eeuwenlang religieuze vegetariërs.
Tot slot wil ik Tolstoi nog even aan het woord laten, die in 1892 ook al uitlegt dat er niets nieuws onder de zon is:
‘Maar waarom, als de slechtheid – d.w.z. de immoraliteit – van dierlijk voedsel de mensheid al zo lang geleden bekend was, hebben mensen deze wet nog niet erkend?’ zal gevraagd worden door hen die gewend zijn om zich te laten leiden door publieke opinie in plaats van door hun verstand. Het antwoord op deze vraag is dat de morele vooruitgang van de mensheid – die de basis vormt van elke vorm van vooruitgang – altijd langzaam is; maar dat het kenmerk van echte, duurzame vooruitgang de onverstoorbaarheid en continue versnelling is. En de vooruitgang van het vegetarisme is van deze soort.”
Bronnen:
- Dirk-Jan Verdonk (2009). Het Dierloze gerecht – Een vegetarische geschiedenis van Nederland.
- Dennis de Lange (2010). Tolstojanen in Nederland.
- John Dear (2008). The only diet for a peacemaker is a vegetarian diet. The National Catholic Reporter.
- Leo Tolstoy (1892). The First Step, In Essays and Letters. New York: H. Frowde, 1909, pp. 82-91, eigen vertaling.