Nadat de politie om 3 uur nachts met ruim twintig man ons Vredeskampje bij de oude bunker tegenover een nieuwe Amerikaanse poort had ontruimd en de poes had meegenomen, zijn ze aan het vernietigen gegaan. Eerst werd de vrolijk beschilderde bunker en daarna werden de bomen, waar we onder stukjes plastic tussen woonden, de moestuin en de rest met de grond gelijk gemaakt. In de krant lazen we dat onze burgemeester het uit esthetische overwegingen had gedaan, want het bunkertje was een storend element in het landschap. Dit terwijl het er al sinds de Tweede Wereldoorlog stond en er pal tegenover enorme hekken en bunkers voor de volgende oorlog gebouwd worden. Balk en splinter. En sinds wanneer zijn bomen een storend element in het landschap?
Dit alles gaf nog meer motivatie om het eerder deze herfst omgehakte bos aan het einde van de landingsbanen weer opnieuw in te planten. We waren met zo’n 25 mensen, variërend van 17 tot 61 jaar, waarvan er 15 op en 10 buiten de basis geplant hebben, omdat we in Gods tuin liever in de schaduw van bomen lopen dan in de duisternis van raketten. Bij het zaaigoed was ook boomzaad dat de plantsters met mensen van een partnerkerk in de DDR gezocht hadden. De bewaking was die zondagochtend niet erg intensief en toen we alle boompjes en zaden geplant hadden, zijn we naar het Amerikaanse kantoor gewandeld en hebben daar een rozenstruik geplant met de boodschap dat “Violence ends, where Love begins.”
Toen werden we opgepakt door soldaten met honden, knuppels en geweren die niet mochten of dorsten praten en in een dichtgetimmerde betonnen ruimte gestopt. Daar hebben we enige uren pratend, zingend en spelletjes spelend (warm blijven!) doorgebracht, omdat het de heren van de marechaussee enige tijd kostte om alle proces-verbalen op te maken. Eén van de laatsten die in de verbaliseer ruimte werd gebracht, gaf als naam op ‘Jesaja’. “Weet u dat het geven van een valse naam strafbaar is?”. “Ik ben Jesaja”. “Waar woont Jesaja?”. “Jesaja woont nu in Woensdrecht”. “Wanneer is Jesaja geboren?”. “Jesaja is van alle tijden”. Ook verklaarde Jesaja nog in z’n verbaal: “Na deze actie zullen de nog levende bomen juichen en zal de kaalgeslagen vlakte weer bloeien en zullen onze kleinkinderen uit Oost en West samen in de schaduw van de bomen spelen”.
Toen de verbalen waren opgemaakt werden we door de marechaussee buiten de basis gedropt en daarna bij de Franciscaanse Vredeswacht onthaald op warme thee en brood, want van werken in de tuin krijg je trek!