Skip to content

Jeannette Noëlhuis | Catholic Worker Amsterdam

  • Over ons
  • Bedelnap
  • Agenda
  • Aanmelden
  • Archief
    • Jaargangen
    • Dossiers
  • Facebook
  • Twitter

Dertig jaar Jeannette Noëlhuis

Gerard, 05/06/2018, Jaargang 30 nr. 1

Deze zomer vieren we dat het Noëlhuis 30 jaar bestaat. We zouden makkelijk een boek kunnen schrijven over de roerige geschiedenis van ons huis. Maar we beperken ons maar even tot het schetsen van enkele grote lijnen.

Begintijd

In juni ’88 opende ik met twee vrienden de deur van onze vijfkamerflat in de Bijlmer voor Ralf, een dakloze Nederlandse man. Paul, Eileen en ik kenden elkaar van de Catholic Worker in New York. De beginjaren deelden wij onze woning met enkele dakloze Nederlanders. We werden geconfronteerd met psychische problemen en alcoholisme. Het samenleven ging niet van een leien dakje. Via een bevriende Medische Missie Zuster kregen we na twee jaar een Iraanse vluchteling in huis. Vanaf dat moment richtten we ons steeds meer op de opvang van vluchtelingen. Vaak leefden drie tot vijf vluchtelingen bij ons in huis. Regelmatig werd ook ons kapelletje benut als slaapplek.

Jeannette Noël en abt Gerard Mathijsen

De woningbouwvereniging bood ons in 1991 drie naast elkaar gelegen woningen aan in de flat Florijn. Binnen enkele maanden zaten we weer vol. En moesten dringend fondsen worden geworven om alles te bekostigen. De nieuwsbrief die we eind 1989 waren begonnen, bleek een goed fondsenwervend middel.

We noemden ons huis naar Jeannette Noël, een goede vriendin van ons in New York. Zij had samen met een priester zeven jaar een Catholic Workerhuis geleid in Massachusetts waar jongeren werden opgevangen. Als ‘gepensioneerd Catholic Worker’ leefde zij een soort van blijmoedig kluizenaarsleven in het souterrain van Maryhouse, het ‘moederhuis’ van de Catholic Workerbeweging. Haar studio was een welkom toevluchtsoord voor alle Workers in dat huis. Het was een beetje ongewoon, maar leuk om een nog levend persoon als patroonheilige te hebben. Jeannette heeft twee keer ons huis in Amsterdam bezocht. Ze is in 2006 overleden.

Omzwervingen

In Florijn zijn we vijf jaar gebleven. Midden jaren ’90 ging de hele Bijlmermeer op de schop. Ook onze flat werd afgebroken. We kregen in 1997 een nieuwe plek in de flat Klieverink. Maar ook die flat stond op de nominatie om afgebroken te worden. Als een van de laatste bewoners verlieten we die flat in 2005 om naar de Dantestraat te verhuizen, aan de noordkant van de Bijlmer. Daarmee lijken de omzwervingen voorbij. Want in 2014 hebben we na een gigantische fondsenwervingsactie het huis kunnen kopen.

Bij stukjes en beetjes breidt onze gemeenschap zich de laatste tien jaar steeds verder uit. Sinds 2006 huren we een appartementje op de vierde etage, waar plek is voor drie bewoners en een gastenkamer. In 2012 huurden we een benedenwoning met tuintje een trappenhuis verderop, daar wonen nu twee mensen. Gerard kocht in 2009 een appartement op nummer 200, waar hij en Susan nu wonen. Jellie, ook een voormalige kerngroeplid, en haar echtgenoot Albert zijn in 2011 een straat verderop komen wonen. Ze komen regelmatig langs en we kunnen altijd een beroep op hen doen voor hulp. Zij hebben een studio gekocht iets verderop in de straat. Daar wonen nu Herman en Anna. Tenslotte zijn Gerritjan en Wanda met hun twee kinderen een paar jaar geleden vlakbij komen wonen.

Het totaal aantal mensen in onze gemeenschap schommelt nu permanent rond de 25 à 30 mensen. De meesten hebben geen papieren en mogen dus niet werken. Van de mensen met papieren zetten enkelen zich bijna voltijds in voor het huis, maar de meesten hebben een baan of studie en dragen naar vermogen een steentje bij.

Acties

Naast gastvrijheid en gebed is activisme een rode draad in ons gemeenschapsleven. We hebben aan talloos veel acties deelgenomen of zelf georganiseerd. Enkele onderwerpen springen eruit: vluchtelingen natuurlijk, vrede en de laatste jaren ook het milieu. We waren mede initiatiefnemer van de Amsterdamse Vredeswacht, die jarenlang wakes tegen oorlog en wapenhandel heeft gehouden, eerst bij het Amerikaanse Consulaat, later op het Beursplein. In 1993 hielpen we bij de organisatie van een nachtwake bij het ‘Grenshospitium’. Sindsdien organiseren we maandelijkse wakes bij de grensgevangenis.

De jongere generatie van Catholic Workers heeft ervoor gezorgd dat we de laatste jaren steeds ecologischer zijn gaan leven. We recyclen zoveel mogelijk en hebben drastisch onze consumptie van dierlijke producten teruggedrongen. We hebben composthopen en zijn overal tuintjes aan het aanleggen. Dankzij de gastvrijheid van de Urbanusparochie in Duivendrecht hebben we een grote moestuin en een plek voor kampvuurtjes achter de kerk. Vorig jaar zijn we begonnen groenstroken in het plantsoen achter ons huis te bebouwen met bloemen, groenten en kruiden. Aan de voorkant heeft Frits vier geveltuintjes onder zijn beheer. Ons balkon is een groene oase en een smalle zijkant ervan is sinds enkele jaren zomers een kleine tomatenplantage.

Reddende engelen

Zonder hulp van anderen zou ons huis lang geleden ten onder zijn gegaan. We zijn als gemeenschap vanaf het begin gezegend geweest met de hulp van velen. De lokale kerkgemeenschappen zijn altijd bijzonder genereus geweest met geld, spullen, voedsel en praktische hulp. Ordes en congregaties en Emmausgroepen hebben ons financieel en materieel enorm ondersteund. En er is een grote groep individuele donateurs die ons een mooie financiële basis verschaffen.

Vrijwilligers helpen op allerlei manieren: geven les aan huisgenoten, gaan met hen mee naar arts, advocaat of IND, passen op kinderen, koken, helpen bij de financiën en het allerbelangrijkst: bieden een luisterend oor. Sommigen zijn al decennialang betrokken, zoals Wim, Maria en Jenneke. In grote crisismomenten waren zij het vaak die ons er doorheen hebben gesleept.

Een familie

Dertig jaar Noëlhuis: we zouden kunnen wijzen op de honderden, misschien zelfs duizenden mensen die hier eventjes of langere tijd hebben gewoond; op alle acties die we hebben georganiseerd; op alle artikelen die we hebben geschreven, alle lezingen die we hebben gegeven. Maar cijfers zeggen weinig. Waar het om gaat is dat we een levende gemeenschap zijn, die met elkaar optrekt en samen voor iets staat.

Gemeenschapsleven is met afstand het moeilijkste. We hebben door schade en schande geleerd dat we met elkaar moeten blijven communiceren. Soms vergaderen we ons suf: vergaderingen van de kerngroep (wekelijks), van de hele huisgemeenschap (wekelijks), begeleide intervisie, cross coachgesprekken. Minder vaak, maar ook met regelmaat: van het klankbord, de Catholic Worker Amsterdam, het gemeenschapsoverleg.

Gerard en Susan in hun jonge jaren met Afsaneh uit Iran

Met al onze tekortkomingen en falen is het Noëlhuis vooral een groot netwerk van mensen die diepgaand met elkaar verbonden is. Sommige mensen van het eerste uur zijn nog steeds nauw betrokken, zowel kerngroepleden, vrijwilligers als voormalige huisgenoten. In huis zijn vriendschappen en relaties ontstaan, zijn kinderen geboren en opgegroeid.

Veel mensen vragen zich af hoe het in vredesnaam kan, zo’n huis als dit: mensen uit alle windstreken die samenwonen, zonder voor elkaar te hebben gekozen. Maar het gáát, elk jaar weer, en het gaat vaak zelfs met veel vreugde. Dat is het wonderlijke: wanneer mensen alleen door het leven gaan en met hun ziel onder de arm lopen, is het leven een tranendal. Maar wanneer mensen zich om elkaar bekommeren, ontstaat vreugde, vriendschap, verbondenheid. Vaak noemen onze huisgenoten het Noëlhuis hun familie. Daarmee raken ze de kern van waar het ons om gaat: over grenzen van afkomst, cultuur en religie elke keer weer de medebroeder en -zuster in de ander ontdekken.

Peter Maurin, medeoprichter van de Catholic Worker, citeerde als het ging om de Catholic Worker vaak een slogan van een anarchistische vakbond uit zijn tijd: “We are building a new society within the shell of the old.” We hebben ondanks al onze grote woorden echt geen grote maatschappelijke veranderingen teweeg gebracht. Wel zijn er heel veel relaties tot stand gebracht en zijn vele levens diepgaand veranderd. Dat is misschien in de kern dat ‘bouwen aan een nieuwe samenleving binnen de schaal van de oude’.

  • Facebook
  • Twitter