Dat hoort erbij. In onze gebeden nemen we de zorgen en dilemma’s die we in ons samenleven tegenkomen mee. De aanwezigheid van onze kapel is vanzelfsprekend voor onze huisgenoten. Ik denk dat het in zekere zin ook een geruststelling biedt. ‘Dit is een huis van God’ hield onze islamitische huisvriend Dogo uit Niger vroeger alle mensen in huis voor. De boodschap van deze statige, wat oudere man was dat het Noëlhuis een veilige plek is en moet blijven voor iedereen.
Rijk Gods
Onze huisgenoten zijn moslim, christen, atheïst, soms iets anders (op dit moment woont een Druzische man bij ons). De huidige gemeenschapsleden hebben een achtergrond in de PKN, r.-k. kerk, Vergadering van gelovigen, Gereformeerd Vrijgemaakte kerk, Christelijk Gereformeerde kerk en Baptisten.
In het dagelijkse leven vallen al die religieuze verschillen grotendeels weg. Als je elke dag samen aan tafel eet, voor elkaar kookt, samen het huis schoonmaakt en het samen een beetje leuk en gezellig probeert te hebben, maakt het weinig uit naar welke kerk of moskee je gaat. Heel vaak zeggen huisgenoten dat het Jeannette Noëlhuis hun familie is in Nederland. De verbondenheid die hier in huis ontstaat tussen mensen van verschillende komaf blijft me verwonderen. ‘Het Rijk Gods is nabij’, ik zie het bijna dagelijks voor mijn neus gebeuren.
‘Laten we stil zijn’
Toch worstel ik de laatste tijd met de vraag hoe we in onze gemeenschap beter om kunnen gaan met onze religieuze verscheidenheid. Want ik moet eerlijk zeggen dat we in religieus opzicht vooral langs elkaar heen leven. Religie is niet vaak onderwerp van gesprek, hooguit delen we soms aan de keukentafel wat informatie over elkaars religieuze gebruiken. Ieder gaat op vrijdag of zondag naar zijn of haar eigen geloofsgemeenschap.
Bijna nooit schuift een huisgenoot aan bij onze gebedsdiensten. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat onze manier van bidden te weinig uitbundig is, te ingetogen. Maar ik denk dat samen bidden op een bepaalde manier ook te intiem is, een vertrouwdheid met elkaar vereist die net een brug te ver is voor onze huisgenoten. Het dichtst bij samen bidden is ons ‘Laten we even stil zijn’ voor de avondmaaltijd.
Blinde vlek
Als Catholic Workergemeenschap staat het werken aan vrede centraal in ons denken en doen. We zijn altijd sterk gericht geweest op militarisme. De interreligieuze dialoog, die we nota bene in eigen huis kunnen voeren, is naar mijn mening tot nu toe een blinde vlek geweest. Maar als we willen werken aan vrede, kunnen we gezien de ontwikkelingen in onze samenleving en in de wereld niet om de interreligieuze dialoog heen.
Het afgelopen jaar hebben we voorzichtig enkele nieuwe stappen gezet. Onze islamitische huisgenoten zijn tijdens de Ramadan tot onze vreugde de kapel gaan gebruiken voor hun gebeden. We zien het als een blijk van vertrouwen. Wel roept dit de vraag op of we onze christelijk ingerichte kapel (o.k., er hangt een portret van Ghandhi) niet iets interreligieuzer moeten inrichten. En hoe dan?
We hebben tijdens de afgelopen Ramadan een gezamenlijke Iftarmaaltijd genuttigd. Tijdens het islamitische Offerfeest heeft Jaden een maaltijd voor ons gekookt. Lozan zorgde bij het Suikerfeest voor een feestelijke maaltijd, inclusief zoete desserts uit het Midden-Oosten.
Gevoeligheden
Het deelnemen aan elkaars religieuze feesten en gebruiken ligt echter ook gevoelig. Ondanks de vertrouwdheid met elkaar, komt af en toe toch een diep gekoesterd wantrouwen jegens elkaars religieuze gebruiken aan de oppervlakte. Een huisgenote die naar een Afrikaans-evangelische kerk gaat, was oprecht bezorgd en zelfs verontwaardigd toen haar zoontje van zes eens had deelgenomen aan een van onze gebedsdiensten – op eigen initiatief. Was ze bang dat we hem wilden bekeren tot iets katholieks? Enkele christelijke, Afrikaanse huisgenoten weigerden deel te nemen aan de maaltijd die Jaden ons voorschotelde tijdens het Offerfeest. Ze twijfelden of ze als christen wel konden deelnemen aan een maaltijd waarin vlees werd geserveerd dat afkomstig was uit de moskee. Osman heeft eerst gecheckt bij anderen of het wel o.k. is om te bidden in een ruimte waar een kruisbeeld hangt.
Kortom, er liggen volop gevoeligheden waar wij geen enkele weet van hebben. Desalniettemin denk ik dat we moeten voortgaan op de ingeslagen weg. De gastvrijheid die we hoog in ons vaandel hebben staan, betekent niet alleen dat we religieuze diversiteit tolereren, maar ook dat we op een positieve manier ruimte scheppen voor die diversiteit. Hoe precies, daar hebben we nog veel in te leren.