“Het onderricht van de Bergrede resoneert met iets dat ik als kind heb geleerd en deel uitmaakt van mijn diepste wezen: de leer van niet-vergelden van kwaad. Niet langer ‘oog om oog en tand om tand’, maar klaar staan om twee klappen te ontvangen als er nog maar één is gegeven, en om twee mijlen te gaan als je wordt gevraagd er één te gaan.
Als ik naar de geschiedenis kijk, dan lijkt het mij dat het christendom nog niet geleefd wordt, tenzij men stelt dat het christendom daar leeft waar er grenzeloze liefde en geen notie van vergelding is. Maar dan overstijgt het alle grenzen en boekenonderricht. Dan is het iets ondefinieerbaars, iets wat niet aan mensen kan worden verkondigd, tenzij van hart tot hart. Maar het christendom wordt in het algemeen niet zo begrepen.
Hoewel we ‘Eer aan God in den hoge en vrede op aarde’ zingen, is er vandaag noch eer aan God, noch vrede op aarde. Zo lang dat nog niet het geval is, moeten we naar Hem uitzien. Als er echte vrede tot stand is gebracht, hebben we geen demonstraties nodig; want vrede zal resoneren in ons leven, niet alleen in ons individuele leven, maar in ons samenleven. Dán kunnen we zeggen dat Christus is geboren. Dan denken we niet aan een speciale dag in het jaar als de geboortedag van Christus, maar aan een steeds terugkerende gebeurtenis die gestalte kan krijgen in ieder leven.
Als je daarom iemand een ‘zalig Kerstmis’ toewenst zonder deze betekenis erachter, zijn het lege woorden. Tenzij je vrede voor alle leven wenst, kun je geen vrede voor jezelf wensen.
Je kunt zeker vrede ervaren te midden van strijd, maar dat gebeurt alleen wanneer je om de twist te verwijderen je hele leven vernietigt, jezelf kruisigt. En zoals de wonderbaarlijke geboorte een eeuwige gebeurtenis is, zo is ook het kruis een eeuwige gebeurtenis in dit stormachtige leven. Daarom mogen we niet aan geboorte denken zonder dood aan het kruis. Christus navolgen betekent het kruis op zich nemen, zonder dat is het leven niets anders dan een levende dood.”