Zoeken wie je bent
Het eerste doel van contemplatie is volgens Rohr uit te vinden wie we zijn in God. We identificeren ons vaak met onze gedachten, ons zelfbeeld en onze gevoelens. Contemplatie kan ons helpen om daarachter te kijken. Rohr beschrijft dat wij moeite hebben te geloven dat we geliefd zijn zonder iets terug te hoeven doen. Contemplatie betekent teruggaan naar de bron van onze waardigheid, namelijk het feit dat we uit God voortkomen.
We moeten een manier vinden om op de plek te komen waar alles ‘is’. En dan een lange, liefdevolle blik werpen op de realiteit, zonder oordelen, enkel ontvangen. Misschien door de Bijbel te lezen, misschien door de eucharistie te vieren, misschien door enkel in stilte te zitten.
Loslaten
Contemplatie is de plek waar we onze zwakheid opzoeken, waar we kwetsbaarheid en afhankelijkheid kunnen tonen. Daar kunnen we een stukje waarheid vinden: als ik zwak ben, ben ik sterk (vgl. 2 Kor. 12, 10). En als we de ‘arme’ in onszelf liefhebben, zullen we ook compassie ontdekken voor de buitenwereld. We zullen merken dat er ruimte in ons is voor anderen, voor degenen die anders zijn dan wij, voor ‘de minsten’ onder onze broeders en zusters. Alleen diegenen die niets te bewijzen hebben en niets om te beschermen, die genoeg ruimte in zich hebben om elk deel van hun ziel te omarmen, kunnen Christus ontvangen, zegt Rohr. En Christus zelf zal ons leiden op die weg. Contemplatie heeft dus veel te maken met loslaten. In de leegte, waar je niets over hebt dan jezelf, kun je iets begrijpen van het evangelie.
Met dat loslaten en leegmaken hangt ook het niet-weten samen. Volgens Rohr is contemplatie het soort van ‘weten’ dat door de christelijke mystici ‘niet-weten’ wordt genoemd. Een ontmoeting met the cloud of unknowing. Daar worden we niet langer geleid door een constante behoefte aan zekerheid, hoeven we niet alles te begrijpen, en kunnen we eenvoudigweg ‘in de aanwezigheid van het mysterie verblijven’.
Maar leegheid in zichzelf is niet genoeg. Het gaat erom dat we onszelf uit de weg krijgen zodat Christus ons kan vullen. Op het moment dat we leeg zijn is er plek voor Christus. Want alleen dan zijn we er klaar voor om Hem te herkennen en accepteren als de totale Ander. Contemplatie is een weg om daar te komen.
Contemplatie is een kwetsbaar goed, zowel voor de activist die zich dreigt te verliezen in alle mogelijke projecten, als voor de monnik die contemplatie kan beoefenen als een doel op zich, maar door die vanzelfsprekendheid maar al te snel in slaap valt en het wezen van contemplatie uit het oog verliest. – Thomas Quartier
Binnen en buiten
Voor Dorothy Day, oprichtster van de Catholic Workerbeweging, was dagelijks gebed een essentiële bezigheid en drijfveer voor haar activisme. Ik denk dat het een belangrijke reden was dat ze haar hectische leven überhaupt vol hield.
Thomas Merton heeft veel geschreven over de noodzakelijke wisselwerking tussen contemplatie en actie. Volgens Merton is er een contemplatieve speurtocht nodig naar een duurzame ‘oer-vrede’. Het uitgangspunt van pacifisme is de innerlijke vrede. Een vrede die niet af mag hangen van het slagen van een of ander vredesproject. Zoals Quartier het verwoordt: “Het binnen is de basis voor buiten, en het buiten houdt het binnen in beweging.”
Merton zegt: ‘Actie is liefde die zich naar buiten keert, naar andere mensen. Contemplatie is liefde die zich naar binnen keert, naar de goddelijke oorsprong. Actie is stroom, contemplatie is bron.’ Die bron als uitgangspunt nemen voor je activisme, zorgt voor vrijheid en een duurzame inzet. En om uit die bron te kunnen putten moet je ruimte scheppen, zegt Quartier, “door contemplatie te beoefenen en in te bouwen in je dagritme.”
Mooie woorden, maar tegelijk soms zo moeilijk: want als je je inzet voor vrede of voor het klimaat, dan gaat het er toch vooral om dat dat effect heeft?! Maar Merton zegt: “Werken zonder onmiddellijke beloning, liefhebben zonder onmiddellijke bevrediging van onze behoeftes, leven zonder onmiddellijke erkenning, dat is ons deel.”
Authentieke actie
Efficiëntie bepaalt in onze samenleving de waarde van ons handelen. ‘Monastiek pacifisme’, zoals Quartier het noemt, werkt anders. In een contemplatief leven gaat het om de waarachtigheid. Waarheid vinden en daarvan getuigen. Het klinkt misschien niet zo heldhaftig, maar radicaal is het wel degelijk. Het is oprecht engagement dat niet zomaar wordt uitgedoofd als er iets verandert.
Het doel van loslaten is dat we in vrijheid ergens aan vast kunnen houden, benadrukt ook Rohr. Het resultaat van contemplatie is authentieke actie. En als contemplatie daar niet toe leidt, dan is het slechts navelstaren en preoccupatie met jezelf. Als je contemplatie serieus neemt, kom je bij een innerlijke plek van compassie. Een plek waar je ontdekt hoeveel het lijden van de wereld jóuw lijden is, en hoe gecommitteerd je bent aan deze wereld; niet verstandelijk, maar vanuit het diepste in je ziel. Op dat punt ben je niet stuk te krijgen, want daar vind je de vrede die de wereld niet kan geven. Je hoeft niet te winnen, je moet gewoon doen wat je móet doen.
‘Simplicity: The Freedom of Letting Go’ (2004) door Richard Rohr o.f.m.
‘Kiemcellen. Van klooster naar wereld’ (2016) door Thomas Quartier o.s.b.