En toen kwam ik in september 2023 aan en was ik opeens een nieuw en tijdelijk familielid in een huis vol vreemden. Gelukkig zijn we niet lang vreemden gebleven en voelde de nieuwe omgeving snel bekend. Niettemin wil ik niet te gemakkelijk het begrip ‘familie’ in de mond nemen. Voor mij was het Noëlhuis toen allebei tegelijk: een werkplaats en een thuis. De grenzen ertussen vervaagden regelmatig: tussentussen ‘we gaan geconcentreerd werken’ en ‘er is een belangrijke roddel te delen’, tussen ‘ik ga nu echt niet meer de telefoon opnemen’ en ‘misschien is het belangrijk, want wie belt anders om 11 uur s’nachts?’
Mistige gebieden
Ik was regelmatig verloren in de mistige gebieden tussen sociale afbakeningen van huisgenoot, collega en vriend en alle maatschappelijke normen die ze impliceren. Niet alleen voor mij was het vaak onduidelijk wat ik mag delen en welk terrein privé is. Voor incidentele uitglijders op dit smalle pad geldt gelukkig een ruimhartig ‘oversharing is overcaring.’ Hoe mooi is het om elkaar tussendoor in de keuken tegen te komen en even te kletsen of knuffelen?
Maar ik kwam ook het gevoel van eenzaamheid in een vol huis tegen; een ervaring die sommige mensen in huis delen, nog versterkt door dichte deuren, taalbarrières en een groot verschil van sociale behoeften. Het is ook het lot van elke ASF’er te weten dat je heel uitwisselbaar bent en dat je na het jaar gewoon wordt vervangen – door een nieuwe ASF’er of (in mijn geval) door een herstructurering van verantwoordelijkheden. Weer wordt voor mij duidelijk hoe belangrijk het voor mij was om ook vrienden buiten het huis te hebben.
Vragen over vragen
We hadden afgelopen jaar veel gesprekken met elkaar en met onszelf over de spanning tussen gemeenschap en organisatie. Wat betekent deze spanning voor iedereen persoonlijk en voor ons samenleven? Hoe raakt dit aan mijn relaties met mijn huisgenoten? Wat in vredesnaam is gemeenschap eigenlijk? Vragen over vragen. Misschien moet iedereen dit een beetje voor zichzelf ontdekken, want we staan allemaal anders in dit spanningsveld.
Tijdens het laatste jaar heb ik mensen mogen ontmoeten voor wie het Noëlhuis meer is dan een bed en eten – een familie. Ik mocht getuige zijn van hun bijzondere, grappige en bizarre verhalen in en met het huis. En ik mocht mensen leren kennen, die van het Noëlhuis misschien ook voor mij een beetje familie hebben gemaakt. Ten minste meer dan een werkplaats.
Maar nu ga ik verder mijn overuren wegwerken. Doei 🙂