In juli 2017, midden op de dag, ben ik met verschillende mensen, waaronder een groep Catholic Workers uit Europa en de V.S., met een brood dat een paar minuten eerder door ons gezegend was, bij de nucleaire vliegbasis Büchel door de openstaande hekken langs het bewakerskantoor en de slagbomen gelopen. Iets verderop staan enkele straaljagers tentoongesteld waarop ik het brood heb neergelegd. Noord-Amerikaanse deelnemers haalden de V.S. vlag die in een hoge mast bij de ingang hangt, naar beneden en probeerden die omgekeerd weer op te hijsen voordat ze werden tegengehouden door Duitse soldaten. Het was één van de eerste acties van het internationale vredeskamp in Büchel. Ondanks dat we vrij ver het terrein op konden lopen, werd niemand vervolgd.
Serieus en hoopvol
Tijdens het vredeskamp in de zomer van 2018 gingen we, opnieuw tijdens daglicht, met een grote groep supporters naar Büchel en knipten er op vijf plekken enkele meters van elkaar, vijf gaten in het hek en gingen opnieuw de basis op. Een groep, waaronder een persoon in een rolstoel, begon een spelletje basketbal te spelen op het sportterrein bij de basis, anderen wisten een bunker te bereiken waar ze op klommen en lange tijd onontdekt bleven. We werden in groepjes ontdekt en naar de kantine van de soldaten gebracht waar we thee kregen. Daarna werden onze gegevens opgeschreven en werden we met een bus naar de andere kant van de basis gebracht en op straat gezet. Deze keer werden we wel allemaal aangeklaagd.
Daarna volgden er nog meer acties, maar ik wilde deze twee noemen omdat ze tegelijkertijd zeer serieus waren én tegelijkertijd zo veel hoop en vreugde brachten.
Niet zomaar
Burgerlijke ongehoorzaamheid doe je niet zomaar en niet voor je plezier. De gevolgen kunnen zeer ernstig zijn voor jezelf en je omgeving. Ik heb dit jaar vier maanden in de gevangenis gezeten, Susan Crane moet nog tot januari vastzitten, Dennis DuVall wordt mogelijk uitgezet vanwege zijn deelname aan acties in Büchel.
Ik kan ook niet zeggen dat onze acties op Büchel tot minder kernwapens geleid hebben, misschien alleen dat er nu een veel steviger hek staat rond de vliegbasis en de bommen iets beter bewaakt worden dan voordat we daar waren. Toen we bij die basis iedere zomer meerdere keren naar binnen gingen was het hek nog net zo uitnodigend als het hek hier rond vliegbasis Nörvenich.
Ook de keuze om naar de gevangenis te gaan – terwijl je de Tagessätze ook kan betalen en ze je bovendien niet komen halen uit Nederland – lijkt nutteloze tijdsverspilling. De andere vrouwen in de gevangenis konden de burgerlijke ongehoorzaamheid wel waarderen maar het vrijwillig naar de gevangenis gaan begrepen ze niet. En eerlijk gezegd is het ook ergens onbetamelijk om er vrijwillig heen te gaan, met al mijn vrienden, geld en post, terwijl de vrouwen om me heen hun baan waren verloren, bij vrijlating hun huis kwijt waren, van wie partners verder gingen met een ander terwijl hun kinderen steeds meer vervreemdden van hun moeder. Niemand komt beter uit de gevangenis dan hoe zij erin gaat, integendeel. En bovenop al die nieuwe problemen heb je dan óók nog eens een strafblad!
Niets doen is geen optie
Waarom heb ik het dan toch gedaan? Ten eerste: niets doen was geen optie. We zijn gewend geraakt aan het feit dat er altijd wel ergens oorlog is, maar dat is niet normaal. Wanneer de NATO een oefening houdt met kernwapens komen spotters gezellig samen een biertje drinken en foto’s maken. We zijn vergeten wat oorlog is of we willen het ons niet herinneren. Ik woon samen met vluchtelingen. Dat er vluchtelingen zijn vinden we tegenwoordig ook heel normaal, zelfs een beetje lastig… Maar ik hoor hun verhalen over angst, honger, martelingen.
Ik zie om me heen dat er te weinig geld is voor de zorg en onderwijs en dat er kinderen in mijn land zijn die zonder ontbijt naar school gaan, terwijl het leger meer en meer geld krijgt. Ik heb in Kansas City gesproken met familieleden van mensen die aan hersenkanker zijn overleden nadat ze hadden gewerkt aan het fabriceren van de kernbommen die in Büchel liggen. Niets doen is geen optie!
Ten tweede: Alle legale dingen had ik al eens gedaan en met weinig effect. Door de wet te breken kon ik een nieuw publiek bereiken, bijvoorbeeld in de rechtbank, maar ik denk ook dat ik niet hier als spreker zou hebben gestaan wanneer ik een petitie tegen kernwapens had ondertekend of op een anti-nucleaire politicus had gestemd.
Ten derde, en misschien wel mijn favoriete reden: Burgerlijke ongehoorzaam zijn heeft mij geleerd dat iets of iemand alleen macht over mij heeft wanneer ik die macht aan de ander geef. In de gevangenis zitten heeft mij geleerd dat vrij zijn, of me vrij voelen, niet afhankelijk is van anderen, maar van hoe ik met die anderen omga.
Een andere weg gaan
Het lijkt misschien klein, maar het is belangrijk om ongehoorzaamheid te oefenen. Oorlogen kunnen immers alleen met gehoorzame soldaten worden gevochten. Zoals een hulphond alleen een goede hulphond kan zijn wanneer hij in staat is om ongehoorzaam te zijn wanneer dit voor zijn baas veiliger is, zo kan een mens ook een veel beter medemens zijn wanneer hij/zij zich getraind heeft in ongehoorzaamheid.
Als laatste wilde ik nog noemen dat ik burgerlijke ongehoorzaamheid ook leuk vind om te doen. Het geeft me veel energie en helpt me om me minder somber te voelen over de wereld.
We zijn als mensheid in staat om andere wegen te gaan dan de gebaande. En als genoeg mensen beseffen dat ze niet hoeven te gehoorzamen aan oorlogsretoriek en militair-industriële belangen, dan maken we misschien een kans op vrede.