Roeping is een beetje een groot woord en het klinkt misschien ook heel religieus, maar zo bedoel ik het helemaal niet. Roeping gaat voor mij over alles waartoe iemand zich geroepen voelt om te leven, alle verschillende vormen en kleuren en geuren. Wat past er bij jou? Hoe voel jij je geroepen of uitgenodigd om in die paar jaar dat je onderdeel mag zijn van dit verbluffende, complexe panorama van het leven een kleine bijdrage te leveren? Is het leven dat jij leeft trouw aan het leven dat in jou wil leven? Dit zijn vragen die mij voortdurend vergezellen en die me telkens weer op bijzondere paden brengen, geworteld in eeuwenoude tradities, in navolging van hen die ons zijn voorgegaan.
Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland
Mijn dominicaanse reis is begonnen in Guatemala bij een gemeenschap van dominicaanse missiezusters. Het religieuze leven in die specifieke vorm bleek niet voor mij te zijn, maar de dominicaanse roeping liet mij niet los, evenmin als het verlangen om in gemeenschap te leven, in navolging van Jezus. Ik verliet Guatemala na een bijzondere tijd, in het vertrouwen dat ik mijn roeping op andere manieren zou mogen leven. De Ruach bracht mij bij de gemeenschap van de Catholic Worker en niet veel later ook bij de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland (DLN), waar ik mij verder mocht verdiepen in de dominicaanse spiritualiteit en manier van leven.
De Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland is in 1999 opgericht voor en door mensen die in hun werk en persoonlijk leven vorm willen geven aan hun dominicaanse inspiratie. Het is een voortzetting van de ‘Derde Orde’, waar ook Catharina van Siena deel van uitmaakte. In september 2022 begon ik mijn tweejarige vorming als aspirant en dat was een mooi proces van onderscheiding, waarin ik uiteindelijk ook heb besloten om mijn vormsel te doen en mijn keuze te bevestigen van de manier waarop ik al veel langer mijn geloof belijd. Op 19 mei, met Pinksteren, precies elf jaar nadat ik mij liet dopen in een PKN kerk in Alkmaar, ontving ik mijn vormsel in de Abdij in Egmond-Binnen.
Dit kwam voor velen als een grote verrassing. Voor sommigen omdat ze dachten dat ik allang katholiek was en voor anderen omdat ze me als overtuigd ecofeministe niet kunnen voorstellen als onderdeel van zo’n patriarchaal instituut. Die tegenstrijdigheid ervaar ik zelf ook. Ik voel me al heel lang thuis in de traditie, rituelen en symboliek van (sommige, met name kleine, nederige, rebelse, bevrijdingstheologische) katholieke kerken. Tegelijkertijd voel ik mij ook vervreemd van, en kan ik mezelf niet helemaal voorstellen als vrijwillig lid van, dit patriarchale instituut. Ik kan het niet goedpraten of verantwoorden, maar ik kan me ook niet echt verontschuldigen. Toen ik dit jaar op die mooie pinksterdag deze stap maakte beloofde ik nogmaals, met een hernieuwde passie en overgave, dat ik er alles aan zal doen om de patriarchale, hiërarchische structuren binnen deze gebroken gemeenschap te ondermijnen en op zoek te blijven naar manieren waarop het evangelie mag bloeien.
Stemmen uit de marge
De dominicaanse gemeenschap en spiritualiteit helpen mij in die zoektocht. Zij bieden mij een traditie, een verhaal, een manier van geloven en leven die anders is dan het dominante status quo verhaal van de huidige maatschappij, waar ik mij soms zo verdwaald en misplaatst in kan voelen. Het helpt mij om te navigeren in deze mooie, maar vaak ook gekke wereld en attent te zijn op de tekenen van de tijd in mijn zoektocht naar rechtvaardigheid en vrede en zorg voor de aarde. Het geeft zin en betekenis om in eenvoud te mogen leven in dienst van de waarheid, terwijl we samen blijven zoeken en onderscheiden hoe die waarheid in dienst staat van het leven, AL het leven. Een andere wereld is mogelijk!
Ook in mijn studie ecofeministische theologie en mijn dagelijkse activisme speelt de dominicaanse spiritualiteit een rol, juist ook omdat de dominicaanse zusters in Guatemala mij voor het eerst mee de straat op namen om onze stem te laten horen en de gevestigde orde te verstoren. De dominicanen zijn predikers en voor mij betekent prediken niet alleen vanuit mijn eigen bron, maar vooral ook op zoek gaan naar de stemmen en perspectieven uit de marge, die te vaak niet worden gehoord.
Professie doen
Het is een ervaring van genade om gemeenschap te mogen zijn. Ik voel nog steeds hetzelfde vuur van de roeping die Jeremia zo mooi omschrijft (Jer. 20, 9) en ik ben dankbaar dat die roeping telkens weer nieuwe vormen aanneemt en zich blijft ontwikkelen. Het dominicaanse zaadje dat in Guatemala is gepland lijkt bij de DLN goed te kunnen groeien en op 27 oktober mocht ik mijn tijdelijke professie doen in het Huis van Dominicus in Utrecht. Ik beloofde te leven naar de Regel van de Lekengemeenschappen van Sint Dominicus voor de aankomende drie jaren.
Het is een grote beslissing na een vormingsproces van twee jaar, maar ik heb het gevoel dat ik op een of andere manier al veel langer toeleef naar deze keuze. Een keuze die je eigenlijk iedere dag weer opnieuw maakt en bevestigt. Alsof Jezus ons telkens opnieuw en op nieuwe manieren (door verschillende mensen en meer-dan-menselijke wezens) dezelfde vraag stelt die hij drie keer aan Petrus stelde na zijn wederopstanding (Joh. 21, 15-19): ”Hou je van mij?”
Een vraag die tot mij komt door ieder mens dichtbij (dakloos en vaak zonder documenten) die hier woont of op de deur klopt en ieder mens ver weg met wie ik ook onlosmakelijk verbonden ben en die te vaak lijdt onder onze manier van leven. Ook in de meer-dan-menselijke natuur, de bomen, het water en de aarde zelf weerklinkt voor mij diezelfde vraag. Ik bid dat mijn leven (op een liefdevolle, maar ook op een socio-ecologisch politieke manier) een antwoord mag vormen op die vraag en dat ik dat mag doen en zijn in, vanuit en samen met de gemeenschap van de DLN en de Catholic Worker.