Georg Elser groeide op in het Zuid-Duitse dorp Königsbronn. Thuis hadden ze het niet breed. Na zijn schooltijd ging hij in de leer bij een timmerman. Hij ontpopte zich tot een bekwaam houtbewerker die bekend stond om zijn secure manier van werken.
Als jonge man was hij korte tijd lid van de communistische partij, maar was niet politiek actief. Toen de nazipartij aan de macht kwam in 1933 was hij zich al gauw scherp bewust dat de arbeidersklasse niets te verwachten had van de nazi’s. Hij verafschuwde de onderdrukking van burgerrechten door het naziregime en weigerde de Hitlergroet te brengen.
Na de annexatie van Oostenrijk in maart 1938 en de Duitse inval in het Tsjechische Sudetenland later dat jaar werd het hem duidelijk dat Hitler uit was op oorlog.In hoeverre de discriminatie en vervolging van het Joodse deel van de Duitse bevolking Elser beinvloedden bij zijn keuze voor tirannenmoord, is niet duidelijk.
30 nachten werk
Elser woonde op 8 november 1938 in München Hitlers jaarlijkse toespraak in de Bürgerbräukeller bij, waar de mislukte Bierhalleputsch werd herdacht. Bij deze verijdelde couppoging in 1923 kwamen 16 nazi’s om. Sindsdien werden ze door de partij als martelaren geëerd. Elser merkte op dat het evenement slecht beveiligd was, ondanks de aanwezigheid van de gehele nazi-top.
Elser besloot om bij de herdenking van een jaar later een aanslag te plegen. Hij bereidde deze in het diepste geheim voor. Hij sloeg op zijn werk in een steengroeve explosieven achterover voor een bom. Het ontstekingsmechanisme ontwierp hij zelf. Op 5 augustus 1939 verhuisde hij naar München. Zijn plan was om de bom aan te brengen in een steunpilaar in de Bürgerbräukeller. Gedurende meer
dan 30 nachten liet hij zich telkens insluiten en wist hij op de bovengalerij van de grote zaal ongemerkt de pilaar, die zich pal achter de plek bevond waar Hitler zijn jaarlijkse toespraak hield, uit te hollen om zijn bom te verstoppen. Elke nacht werkte hij stug door, tot de zaal ’s ochtends vroeg geopend werd en hij weg kon glippen via via de nooduitgang. Het ontstekingsmechanisme stelde hij in op 8 november om 21.20 u. Het tijdstip had hij uitgerekend op basis van de duur van Hitlers toespraken in voorgaande jaren. De nacht voor de aanslag verliet hij München.
13 minuten te laat
Maar Hitler had onverwacht zijn plannen aangepast. De volgende ochtend moest hij vroeg in Berlijn zijn voor krijgsberaad. Omdat er dichte mist was voorspeld, nam hij de trein in plaats van het vliegtuig. Hij betrad een half uur eerder het podium en vertrok om 21.07 u., dertien minuten voordat de bom afging. Acht partijleden kwamen bij de explosie om, 67 andere raakten zwaargewond.
Elser bevond zich op dat moment aan de Duits-Zwitserse grens. Hij werd door twee grensbewakers opgemerkt en meegenomen voor ondervraging. In zijn rugzak troffen ze papieren aan met aantekeningen over het maken van een bom, een ansichtkaart met een foto van de Bürgerbräukeller en wat gereedschap. Ze brachten Elser naar München en droegen hem over aan de Gestapo.
Collectieve straffen
De nazi’s waren ervan overtuigd dat het onmogelijk was dat Elser alleen had gehandeld. Ze waren erop gebrand achter de namen te komen van mededaders en opdrachtgevers. Hij werd gefolterd. Maar Elser bleef herhalen dat hij alleen had gehandeld. Hij werd overgebracht naar het hoofdkwartier van de Gestapo in Berlijn waar men hem onder foltering verder ondervroeg.
Iedereen die ook maar enigszins kon worden geassocieerd met Georg werd verhoord, ook alle inwoners van Königsbronn. Sommigen werden als straf naar het front gestuurd. Om deze reden was Elser tot lang na de oorlog een omstreden figuur in zijn geboortestreek. Ook verschillende familieleden van Georg werden opgepakt en naar Berlijn gebracht voor ondervraging. Zijn zus Marie en haar echtgenoot kwamen pas in februari 1940 weer vrij.
Toen eenmaal duidelijk werd dat Elser inderdaad alleen gehandeld had, werd hij in het concentratiekamp Sachsenhausen opgesloten en later in Dachau. Toen de Duitse nederlaag naderde, liet Hitler een aantal politieke opponenten vermoorden. Elser was een van hen. Hij werd op 9 april 1945 met een nekschot omgebracht.
Tirannenmoord
Terwijl Elser gehoopt had de nazileiding uit te schakelen, hielp hij ze steviger in het zadel. De pers verspreidde na de mislukte aanslag namelijk doorlopend berichten over ‘de voorzienigheid’ die de Führer zou hebben beschermd. De verering van Hitler nam nog religieuzere proporties aan. Vanaf een kansel van een evangelische kerk in Stuttgart werd daags na de aanslag gepreekt hoe “telkens opnieuw de almachtige God zijn beschermende hand boven hem hield.”
Georg Elser was een gelovig mens, maar was geen lid van een kerk. Gedurende de voorbereidingen op de aanslag liep hij in München vaak een kerk binnen. Hij putte rust en kracht uit het gebed. Als jonge man was Georg pacifist en stond net als zijn piëtistische voorouders afwijzend tegenover geweld en tirannenmoord. Zijn besluit om de aanslag te plegen nam hij niet lichtzinnig. Hij lijkt daarin op Dietrich Bonhoeffer, de vooraanstaande Duitse theoloog die zijn christelijke weerstand tegen doodslag opzij zette en zes jaar later in het complot zat van generaal Von Stauffenberg om Hitler te vermoorden. Beiden worstelden met het christelijke gebod om niet te doden, maar besloten om vuile handen te maken om erger kwaad te voorkomen. Frappant is dat beiden op dezelfde dag werden omgebracht door het naziregime.
Wij worstelen met de vragen uit de inleiding. Stilstaan bij Elser’s keuzes, helpt ons onze eigen keuzes te verhelderen. Ω