Het is maar een druppel water op een gloeiende plaat, wordt er vaak gezegd. Het is een wonderbaarlijke druppel op een gloeiende plaat, zeg ik dan. Laten we niet vergeten dat een druppel water nooit een afgescheiden, op zichzelf staande druppel is, zeker niet als we geloven dat alles met elkaar verbonden is, zoals de natuur ons telkens weer laat zien. Zo kan een druppel water al snel veranderen in een vrolijke regenbui of een prachtige waterval.
Hypnose van de macht
Toch voelt het vaak als niet genoeg en dat is misschien wel het kruis dat we moeten dragen. Het zal nooit genoeg zijn omdat ‘genoeg’ de maatstaven volgt van controle en macht. Het draagt één belofte met zich mee, namelijk dat we zullen falen, in elk geval in de ogen van de wereld. Diezelfde wereld van macht die ook de kruisiging van Jezus alleen maar kon zien als een mislukking. Paradoxaal gezien is het juist in dit falen dat we hoop kunnen vinden, omdat het ons helpt te ontdekken dat het niet helemaal aan ons is. Alleen zo wordt de hypnose van macht doorbroken en komt er weer ruimte voor genade, terwijl wij alles blijven doen wat we kunnen.
Dat het allemaal geen zin heeft is misschien wel één van de grootste leugens om ons inactief te houden en ik zou iedereen willen oproepen om er niet in te trappen. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat de tegenreactie ook gevaarlijk kan zijn. Als wij gaan denken dat het onze taak is om de wereld ‘te redden’, volgen we dan niet dezelfde logica van controle en macht die het prachtige woud in vlammen doet opgaan
Nederigheid
We hebben het vaak over onze rol als mensen, in gesprekken over rentmeesterschap en verschillende interpretaties van het scheppingsverhaal. Maar over onze positie en conditie als onderling afhankelijk en verbonden wordt vaak gezwegen. Vanaf welke positie mogen wij deze rol leven, van boven de natuur of als deel van en in verbinding met de natuur?
De kolibrie leert ons daarom niet alleen over hoop en verantwoordelijkheid, maar ook over nederigheid. Een nederigheid die het paradigma van controle en macht, het mechanisme van het wij-zij denken en de logica van de hiërarchische dualiteit doorbreekt. De kolibrie is niet moreel superieur, ze is geen heldin die het brandende woud redt van de kwade wezens die het in brand hebben gestoken. Ze gelooft niet in winnen of verliezen. Ze gelooft niet in totalitaire oplossingen. Ze gelooft niet in een almachtige God die de wereld redt of almachtige mensen (of dieren) die dit doen. Ze gelooft niet in almacht, maar in kwetsbaarheid en liefde.
Ze gelooft ook niet in waterkanonnen, ze gelooft in druppels water die ze in haar snaveltje meeneemt en loslaat over het brandende woud. Ze gelooft in zaadjes die sterven en groeien en vrucht voortbrengen. Ze gelooft in steentjes die we van het kolenspoor weghalen om de weg van verwoesting onbruikbaar te maken. Ze gelooft in vallen en opstaan, terwijl ze oog blijft houden voor de lelies in het veld en de vogels in de lucht.
Ze is niet alleen maar bezig met efficiëntie, maar probeert vooral trouw te zijn aan haar grote kolibriehart dat haar oproept om te doen wat ze kan. De kolibrie belichaamt daarmee de woorden van de wijze Rabbi Tarfon; ‘Het is niet aan jou om de taak te volbrengen, maar je hebt ook niet het recht om ermee te stoppen.’
*Keniaanse activiste die de Green Belt Movement oprichtte, duizenden bomen plantte en als eerste Afrikaanse vrouw de Nobelprijs voor de vrede won voor haar bijdrage aan duurzame ontwikkeling, democratie en vrede.