– door Robert Ellsberg
Het is de angst van elke tiran: dat er ergens – misschien wel op dit moment, in een uithoek van het rijk – een baby geboren wordt die op een dag het einde zal inluiden van zijn macht. Volgens het evangelie van Matteüs werd deze angst reëel voor koning Herodes. Wijze mannen uit het Oosten waren naar Jeruzalem afgereisd en vroegen hem: “Waar is de pasgeboren koning van de Joden?”
Volgens alle overleveringen was Herodes een man van extreme wreedheid. Hij vatte een eenvoudig plan op: in plaats van angstvallig de dag af te wachten waarop er door deze toekomstige “koning” met hem afgerekend zou worden, besloot hij de baby te doden voordat deze een bedreiging voor hem zou kunnen vormen. Maar toen de wijzen uit het Oosten niet met zijn plan meewerkten, gaf Herodes zijn troepen het bevel om elk mannelijk kind onder de twee jaar in Bethlehem te doden. Dit bevel werd plichtsgetrouw uitgevoerd.
De lezer weet, in tegenstelling tot Herodes zelf, dat deze afslachting zinloos is. Jozef, die van tevoren gewaarschuwd werd in een droom, was met zijn familie naar Egypte gevlucht. Het kind blijft in leven. Met dit afschuwelijke verhaal, dat vaak weggelaten wordt in populaire vertolkingen van het kerstgebeuren, worden we op indringende wijze herinnerd aan de gewelddadige wereld waarin Jezus geboren werd. Voor sommigen betekende de komst van de Messias allesbehalve goed nieuws.
De kerk heeft sinds de vroegste eeuwen de moord op de Onschuldige Kinderen herdacht. In tegenstelling tot traditionele martelaren die met hun sterven getuigden van Christus, kwamen deze allerkleinsten in plaats van Christus om het leven zonder dat zelf te beseffen. Ze werden gedood in naam van dezelfde agenda en dezelfde belangen waarvan later Jezus zelf het doelwit zou worden – gedood in de poging een einde te maken aan de hoop dat de wereld veranderd kan worden. Ook in onze tijd worden in naam van deze agenda nog hele dorpen afgemaakt.
Het feest van de Onschuldige Kinderen is niet zomaar een herinnering aan hen die op te jonge leeftijd omgekomen zijn. Deze zuigelingen staan symbool voor allen die omgebracht worden om zo te voorkomen dat het zaad van bevrijding tot wasdom komt. Ze staan voor eenieder die om het leven is gekomen om de droom van een andere toekomst; gestorven in de hoop, maar zonder te weten, dat hun bevrijder leeft. In het herinneren van de Onschuldige Kinderen herdenkt de kerk niet alleen de slachtoffers van Herodes’ razernij, maar ook het falen van Herodes.
Zijn macht is gedoemd ten onder te gaan. Het kind blijft in leven.