Na een ochtend werken in de tuin met Pia, Yemi en een meneer uit Soedan die via zijn hulpverlener van Centrum ’45 meekomt werken en zichtbaar genoot, welde er grote dankbaarheid bij mij op voor dit leven. Dat ik hier met huisgenoten, met zo’n meneer die – net als ik – tuintherapie nodig heeft, en met mijn vrouw en een hele ploeg andere ongeschoolde maar wijze, wat oudere migrantenvrouwen zo’n stukje aarde mag bewerken tot een aaneenschakeling van moestuinen, wildernis en boomgaard: Deo gratias!
Thuis aangekomen scharrel ik te midden van geïllegaliseerde huisgenoten in de keuken. Ik ben niet zo sociaal, maar dat ik sinds 1996 heb mogen bijdragen aan het herscheppen en in stand houden van deze gastvrije plek vervult mij met grote dankbaarheid. De bel gaat voor het middaggebed. In mijn eentje vind ik het moeilijk om in een gebedsritme te leven, met stilte, het luisteren naar wat de Schrift en de heiligen ons te zeggen hebben, een lied. Maar door de gezamenlijk gedragen stiltemomenten stap ik vanzelf de Stilte in. Ik mag de stilte delen met anderen die net als ik hun stem pogen te verheffen voor het behoud van de schepping en bereid zijn daarvoor de gevangenis in te gaan. In mijn eentje is zoiets veel moeilijker te dragen. Samen kunnen we elkaar de vrijheid bieden om vanuit het gevang de samenleving tot ommekeer op te roepen, of in ieder geval om zelf de stem van je geweten te volgen en op te staan. Wat een zegen! Die anderen waarmee ik de stilte mag delen zijn net als ik enigszins eigenaardige en onvolkomen mensen.
Het is niet enkel dankbare vreugde om dit leven samen te delen en mogelijk te maken. Er is ook pijn en teleurstelling. Waar zouden we zijn zonder het ‘vergeef ons onze schuld, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven’ uit het Onze Vader/Moeder dat we samen vanuit die stilte bidden? En hoe ga je om met vraagstukken? Kies je een koers via stuurboord of probeer je het over bakboord?
Sinds 2018 zijn er wat spanningen. Corona heeft daar nog eens een hoop spanning aan toegevoegd en zo proberen we nu over stuurboord weer in prettiger vaarwater terecht te komen, doordat ik een stap terug doe uit de kerngroep. De sfeer knapt ervan op en het blijkt als neveneffect te hebben dat ik extra kan bloeien in de tuin en nog iets meer ruimte heb om bij te dragen aan geweldloze getuigenissen voor het behoud van de schepping. Ondertussen scharrel & bid ik rustig voort met al mijn huisgenoten die net als ik hopen op heil en zegen. Ik waag te hopen op nog eens 25 jaar.