Ik ben Lamne Keba Sonko uit Senegal. Wij zijn vissers. Op je twaalfde begin je het vak te leren. Wij gaan in houten boten de oceaan op en werpen de netten uit. De kapitein en de onderkapitein blijven in de boot. De anderen springen in het water en maken twintig minuten lang flink wat reuring om de vissen naar het net te jagen. Je moet geen wondje hebben, want anders komt er misschien een haai en moet iedereen de boot weer in. Daarna sluiten de twee boten samen het net en halen de vis binnen. We vissen ook met lijnen en lokaas op de grotere vissen die wat dieper zwemmen. Zo kon ik tussen de een en vijf euro per dag verdienen en aan het huishouden van mijn familie bijdragen en mijn studie elektrotechniek bekostigen.
De zee is leeg
Het vissen was mijn grote liefde: de oceaan op, leren navigeren, netten boeten. Maar de regering heeft de visrechten aan buitenlanders verkocht. Die vissen met grote schepen. De Chinezen gebruiken zelfs bommen die alle vissen doden. Nu is de zee leeg. Wij hebben gedemonstreerd, maar we hebben verloren. Bij een van de demonstraties werd ik zo hard geslagen dat ik twee weken in het ziekenhuis lag.
Ik moest mijn opleiding stopzetten omdat ik geen geld meer had. Ik ben naar de stad gegaan om als dagloner werk te zoeken. Na verloop van tijd besloot ik om mijn heil elders te zoeken. Ik heb in Duitsland asiel gevraagd. Maar ik ben er niet gebleven. Want Nederland resoneerde sinds mijn jeugd in mijn hart. Ik was fan van het Nederlands elftal met Kluivert, van Nistelrooij en Huntelaar. Van mijn eerste, zelfverdiende geld kocht ik als jongetje een shirt van Clarence Seedorf.
Operatie
In het AZC in Sneek voelde ik me enorm beroerd worden. Niemand zorgde voor mij. Maar Veronika, die nu met haar dochtertje in het Noëlhuis woont, zag dat ik er slecht aan toe was. Ze kookte voor mij. Zij heeft mij naar het ziekenhuis gebracht en ze kwam me daar bezoeken. Ook belde ze mijn familie. Mijn nieren bleken tijdens die laatste demonstratie stuk geslagen. Ik dacht niet meer aan mijn asielzaak. Tot de dokter vroeg hoe het zat met mijn asiel. Veronika bracht alle post, ook van de IND en mijn advocaat. De dokter zag dat ik uitgeprocedeerd was.
Een week voordat ik geopereerd zou worden, bracht Veronika een brief mee waarin stond dat ik mij de volgende dag bij de administratie van het AZC moest melden. Daar bleek de politie op mij te wachten en ik werd meegenomen naar Kamp Zeist. Normaal had ik daar weken of langer gevangen gezeten tot mijn uitzetting naar Duitsland. Maar de dokter schreef een brief dat ik met spoed naar Duitsland moest worden uitgezet om dan maar daar geopereerd te worden.
Twee marechaussees vlogen mij naar München. De Duitsers stonden klaar om mij weer op te sluiten en naar Senegal uit te zetten. Maar toen ze de brief van de dokter en de documentatie van het ziekenhuis zagen, veranderden ze van mening. Ze stuurden me door naar het ziekenhuis. Gelukkig slaagde de operatie.
Ik verdien nu ongeveer 450 euro per maand. Ik huur bij mensen ’s nachts een matras. Overdag mag ik daar niet zijn. Mijn operatie in Duitsland was erg duur en ik hoefde niet te betalen. Het heeft mijn leven gered. Daarom stuur ik nu elke maand geld naar een Caritas in mijn regio waarvan ik weet dat ze arme mensen helpen. Want ik weet dat er daar ook mensen zijn die de medicijnen of de behandeling niet kunnen betalen. Dat ga ik mijn leven lang volhouden. Zo kan ik anoniem helpen.
Weer in balans
Op plekken als het Noëlhuis en het Wereldhuis zijn er mensen die je raad geven, die zelfs in een stad die heel duur is een plek voor je regelen om te slapen, die je eten geven, en het allerbelangrijkst: die je helpen om je hersens weer in balans te krijgen.
Ik kwam eerst in de winteropvang. Toen die dicht ging, vond een vriend het plekje waar ik nu slaap. Ik werk in de elektronica, verhuizen, klusjes, tuinieren, allerlei werk. Als ik honger heb, kom ik mee-eten in het Noëlhuis. Ik was er mijn kleren. En ik wacht tot mijn Dublinclaim met Duitsland is verlopen. Ik woon niet in het Noëlhuis, maar ben er vaak. Ik doe ook veel vrijwilligerswerk om de tijd goed te gebruiken: bijvoorbeeld helpen in de tuin en koken in het Wereldhuis voor de vluchtelingen die daar komen eten.
Mijn gezondheid is nu het belangrijkst. Papieren, dat komt pas erna. Hoewel het wel heel belangrijk is om papieren te krijgen. Als ik papieren krijg … ik durf er bijna niet aan te denken. Ik wil weer de zee op, daar ligt mijn hart. Of in de elektronica werken zoals nu. Of boer worden en die kennis meenemen naar Senegal, want de zee is leeg. Vroeg of laat wil ik iemand worden in mijn land. Ik wil dat de vissers daar weer kunnen vissen en niet naar Europa hoeven uit te wijken. Eerst wil ik met een dokter hier praten. De gezondheidszorg is daar niet zo goed. Kan ik daar leven met mijn nieren? Toekomstdromen. Voor nu ben ik dankbaar dat ik leef en dat jullie er zijn.