In Sint Petersburg kwam ze ter wereld en groeide ze op. Veronika’s moeder had roots in Tatarstan, haar vader kwam uit Congo. Die mix maakte haar huidskleur bruiner dan van de gemiddelde Rus. “Toen ik naar school ging en meer buiten kwam, voelde ik me anders. Kinderen staarden me aan. Als ik nu mensen met een donkere kleur ontmoet, noemen zij mij wit. Ik had geen enkel idee wat racisme was. Soms voelde ik me wel verdrietig.” Toch was haar kindertijd niet slecht. Ze wist niet beter. En als enig kind werd ze verwend. “Ik groeide op als een prinses.”
Kleur
Na haar schooltijd wilde ze rechten studeren. Bij het toelatingsexamen werd verteld dat ze niet het juiste voorkomen had. Ze kon maar beter economie gaan studeren. “Mijn gezicht paste niet in de rechtszaal.” Met deze afwijzing werd door al haar dromen en toekomstplannen een dikke streep gezet. “Na wat omzwervingen ben ik afgestudeerd, in notabene economie.”
En haar schoolperiode? “We gingen in uniform naar school, een bruine jurk met een wit schort. Op een dag werd ik in elkaar geslagen. Het witte schort was rood van het bloed. Het was normaal. Niemand kende mijn naam. Ze noemden me Negre. Er was zelfs een leraar wiskunde die zei dat mulatten andere hersens hebben.” Ze kreeg daarom dus maar andere opdrachten dan haar klasgenotes. Zelfs toen Veronika voor het eerst in Europa met de bus ging, gaf ze witte mensen eerst de ruimte om te gaan zitten.
Familie
Haar moeder studeerde geschiedenis. Vanuit Congo-Brazzaville kwam haar vader geologie studeren in Sint Petersburg. Daar ontmoetten zij elkaar in 1973. De relatie werd niet geaccepteerd. “Het werd gezien als landverraad, ook al was mijn vader communist.” Moeders raakte zwanger. Zes maanden voor Veronika’s geboorte ging haar vader met een diploma op zak terug naar Congo. Ze hebben nooit meer iets van hem gehoord. Haar moeder is nooit meer opnieuw getrouwd. “Mijn moeder gaf me een kleine pasfoto. Die nam ik altijd met me mee in mijn broekzak. Zo ging ik er op uit met mijn vader. En als er om gevraagd werd kon ik hem laten zien.” Die foto raakte ze kwijt, waarschijnlijk onderweg of in de wasmachine.
“Ik herinner me een dag. Ik was vijf jaar. Ik wandelde in het centrum met mijn oma. Een donkere man stapte op ons af. Hij had mijn kleur gezien en was benieuwd naar mijn verhaal.” Ze vertelden het verhaal van Veronika en daarna zei die vent: “Ik kom ook uit Congo. Je wacht een grote verrassing.” Die kwam er niet. Toen Veronika later haar vaders familie ontmoette, ontdekte ze dat haar vader die week in Sint Petersburg was geweest voor zijn werk als minister van mijnbouw. Van hen kreeg ze ook een nieuwe afdruk van die ene foto.
Geloof
Na de universiteit vond ze direct werk. Het bedrijf waar ze haar afstudeerscriptie deed, bood een mooie baan aan. “Stom genoeg ben ik daar snel mee gestopt. Ik ontmoette een man. Bij het eerste treffen had hij een van zijn twee zoons meegenomen. Deze sprak me gelijk aan met ‘mamma Veronika’.” De jongens kwamen uit een gemengd huwelijk. Ook zij hadden het lastig met hun huidskleur. “Ik moest wel voor ze zorgen. Ik kon geen ‘nee’ zeggen.”
Ze trouwde, zegde haar baan op en verhuisde naar Moskou. Haar man was orthodox Moslim. Veronika deelde zijn geloof, maar niet de orthodoxie. “Op de eerste dag na ons trouwen gaf hij mij een hoofddoek. Ik stond met mijn mond vol tanden. Maar langzaam begon ik de hijab te dragen. Ik begon vijf keer per dag te bidden.”
Het was de tijd van de eerste oorlog in Tsjetsjenië. Er waren meerdere bomaanslagen in Moskou. Moslims kregen publiekelijk de schuld. Er was alleen nog plek voor de Russisch-Orthodoxe kerk. “Voor mijn man was het makkelijk. Hij kon met zijn auto door het verkeer. Maar ik moest van hem gesluierd over straat lopen. Wanneer ik de straat op ging, werd ik vaak staande gehouden door de politie. Ik moest steeds mijn paspoort tonen.” Mensen op straat staarden haar aan. Met elke bom groeide de haat. Ze kon de metro niet meer te nemen. “Vrouwen zoals ik werden op het perron in elkaar geslagen.”
Kinderen
Tien jaar bleef ze in Moskou. Haar man ontmoette een vrouw uit Marokko en bracht haar mee naar huis. “Toen heb ik gezegd dat ik daar niet in mee wilde gaan, polygamie is niets voor mij.” Ze vertrok.
De twee jongens kon ze echter moeilijk loslaten. Daarom kon ze niet terug naar Sint Petersburg. Haar ex maakte het haar heel lastig de jongens nog te zien. Daarom stopte ze opnieuw met een goede baan om te gaan werken op de school van de stiefzoons. Ze kreeg kort iets met een oud-collega. Ze raakte zwanger. Haar dochter Helina werd in 2012 geboren. De vader van Helina overleed enkele jaren later. Veronika was toen al met Helina terug verhuisd naar Sint Petersburg. Inmiddels was Helina de prinses geworden, in de watten gelegd door moeders en oma. “Ze is nog wel meer verwend dan ik. We hadden meer te besteden. We konden vrij reizen. We hebben veel landen van Europa bezocht.”
Naaien
Ze werkte nu freelance vanuit huis aan onder andere websites. In Moskou had ze al een klein atelier gehad, gespecialiseerd in moslimkledij. Terug in Sint Petersburg was er meer tijd. Helina ging naar het kinderdagverblijf. Veronika wilde weer gaan ondernemen. Dit keer wilde ze een fabriek beginnen gespecialiseerd in bedrijfskleding. Ze besloot om eerst maar eens een tijdje bij een concurrerend atelier in dienst te gaan. “Ik mocht daar wel patronen komen knippen.”
In het naaiatelier van haar nieuwe baas is het geen zuivere koffie. Dat had ze al snel door. Er worden werknemers uitgebuit die geen kant op kunnen in de samenleving: illegalen en ex-gedetineerden. Veronika spreekt zich uit als twee moslim collega’s hun dagelijkse gebeden niet of nauwelijks mogen doen. Ze wijst haar baas op de rechten van de werknemers. Dat wordt haar niet in dank afgenomen. “Enkele dagen later kwam mijn baas naar me toe en beschuldigde me van een fout. Het ging om iets kleins. Het was ook niet eens waar. Maar ik moest haar belachelijk veel geld betalen om de schade te vergoeden.” Betalen deed ze niet. “Ik heb haar gezegd dat ze maar naar de rechter moest gaan als ze een punt had.”
In de avond werd er thuis aangebeld. Voor de deur stond dezelfde politieagent die ze ook wel eens bij haar werk had gezien. Eenmaal binnen sloeg de man haar gezicht kapot en vertrok. Ze ging naar de dokter. Die belde de politie. “Die vonden dat ik eerst aangifte moest komen doen. Maar hoe kan je aangifte doen als het juist de politie is die je elkaar slaat?” De tandarts en vrienden drongen er bij haar op aan om toch aangifte te doen. Dat deed ze. Het leven ging verder. De wonden genazen.
Maffia
De lokale maffia liet Veronika echter niet met rust. “Op een dag om een uur of acht in de avond ging ik nog even naar de winkel om iets kleins te kopen. Ik werd van de straat geplukt en in een auto gesleurd, ontvoerd. Dertien dagen ben ik in de kelder van een dorpshuis vastgehouden. Ik kreeg af en toe en toe een beetje koud water en wat noodles.” Veronika vertelt liever niet wat ze verder meemaakt in die kelder. “Daar ben ik nu voor in behandeling.” Uiteindelijk kwam ze vrij na het ondertekenen van meerdere verklaringen. Haar schuld werd vastgesteld op een miljoen roebel, dat is €15.000. Ook moest ze verklaren dat ze niet door de politie in elkaar was geslagen, maar door een dronken persoon.
Op advies van vrienden vertrokken Veronika en Helina voor een paar weken naar Parijs. Terug in Sint Petersburg werd een vriendin samen met Helina aangevallen op weg naar school. Dat was de druppel. Op 24 februari 2017 vertrokken ze definitief. Eenmaal bij haar kennissen in Parijs bleek dat door een Nederlands visum Nederland de enige weg was tot een legaal verblijf in Europa. Op een koude winterochtend brachten haar vrienden haar naar het aanmeldcentrum in Ter Apel. “Ik had geen enkel idee op dat moment wat asiel inhield. Vluchtelingen kende ik van de televisie. Daarbij denk je toch aan Syrische mensen?”