Toen ik in het Noëlhuis kwam wonen, ben ik ook meteen begonnen met een nieuwe masteropleiding aan de VU die Peace, Trauma & Religion heet. Dit als vervolg op mijn theologieopleiding. Wat je daarmee dan kunt worden, vragen mensen weleens. ‘Vredestichter’, zeg ik dan. Zo was het bosje bloemen dat ik bij de buren bracht, nadat ik met veel lawaai was verhuisd, een goed begin van mijn carrière. Maar de opleiding is intensief en ik probeer het studeren serieus aan te pakken. Meedoen in het kernteam leek zowel mij als het kernteam zelf wat veel van het goede. Wat dan wel?
Een beetje vreemd…
Laat ik iets over mijzelf vertellen. Mijn favoriete frisdrank is Rivella. De onbestem de smaak van dit goedje bezorgt me altijd een prettige tinteling of zoiets. Ik weet niet wat er allemaal in zit, ik heb geen idee waar dit spul vandaan komt, hoe duurzaam het geproduceerd wordt en hoe (on-)gezond het eigenlijk is. Als iemand die diep van binnen Catholic Worker wil worden, vind ik deze zaken relevant en ga ik dit nog tot op de bodem uitzoeken. Vergeef me als blijkt dat dit een fout drankje is.
Maar wat je ook van Rivella vindt, de slogan blijft erg pakkend: ‘Een beetje vreemd, maar wel lekker.’ Volgens mij had deze slogan ook een motto uit de Bijbel kunnen zijn. Ik bedoel maar: Jezus droeg zijn volgelingen op om het zout der aarde te zijn. Waarmee hij niet ‘zoutzakken’ bedoelde, maar ‘smaakmakers’. Lekker dus! (Over ‘smaakmaken’ gesproken: ik oefen nog een beetje met het koken voor grote groepen).
Verderop in de Bijbel in de eerste Petrusbrief staat: ‘Geliefden, ik roep u op als bijwoners en vreemdelingen u te onthouden van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel.’ (1 Petrus 2:11) Vreemd dus.
Of dat mij zeer geliefde glaasje Rivella ook bij de hier bedoelde vleselijke begeerten hoort, laat ik even in het midden. Maar het idee dat de vroege christenen in deze brief als ‘bijwoner en vreemdeling’ (de Engelse vertaling resident aliens vind ik ook erg mooi) werden gezien, is boeiend. Volgelingen van Christus worden opgeroepen om onderdeel van een ander Koninkrijk te zijn, dienaars van een alternatieve overheid, een ander feestje: smaakmakers en vreemdelingen.
Een beetje vreemd, maar wel lekker!
Altijd al te gast
‘Ook u moet vreemdelingen met liefde behandelen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte.’ (Deuteronomium 10: 19) In het Oude Testament wordt als reden voor het liefhebben van de vreemdeling genoemd: je bent zelf ooit vreemdeling geweest. In het Nieuwe Testament wordt je opgeroepen zelf wéér een vreemdeling te zijn. Is de Bijbel ten diepste een soort van-de-regen-in-de-drup-verhaal? Ik denk het niet. Volgens mij is het gewoon een heel reële conclusie: de vreemdeling ben je zelf. Je bent altijd al te gast geweest op deze planeet. Geef het maar gewoon toe. Het ontdekken dat je een vreemdeling bent, is het begin van het feest: het Koninkrijk van God. Sinds september ben ik een bijwoner van het Noëlhuis. Wonen in het Noëlhuis is voor mij het vieren van vreemdheid! Een gemeenschap van vreem delingen, bijwoners, smaakmakers: een beetje vreemd, maar wel lekker. Daar mag wat mij betreft op gedronken worden. Een glaasje Rivella. Of iets anders.