Al jaren loop ik rond met plannen om eigen groenten te verbouwen. Dat past in de visie van Peter Maurin over een ‘groene revolutie’, waarmee hij in de jaren ’30 van de vorige eeuw ver vooruit liep op de ecologische beweging van nu. Ik ben sinds twee jaar aan het experimenteren geslagen met het verbouwen van groenten en kruiden op mijn balkon van vier vierkante meter. Dit voorjaar had ik veel te veel zaailingen opgekweekt. Hoog tijd voor de volgende fase van het experiment: een echte moestuin.
De parochie in Duivendrecht gaf ons toestemming een stuk van de tuin achter de pastorie te gebruiken. Ik had bescheiden gevraagd om zo’n twaalf vierkante meter. Maar toen we op een zaterdag in mei met een ploegje mensen een verwilderd stukje grond hadden omgespit, bleek dat toch al gauw het dubbele te zijn. En oud-huisgenote Wen, die door Ai Yun was opgetrommeld om te helpen, ging de dagen daarna gewoon door met omspitten. Als er geen natuurlijke begrenzingen waren geweest in de vorm van een sloot en een takkenbosje, hadden zij en haar vriendinnen ongetwijfeld een nog veel grotere moestuin aangelegd. Niks geen groene symboolpolitiek: productie draaien! Gelukkig zijn het parochiebestuur en de paters SVD die in de pastorie wonen uiterst ruimhartig geweest en lieten ze ons onze gang gaan.
Kleine Wen, altijd bescheiden, ontpopte zich als onvermoeibare en effectieve tuinierster. Elk probleem, van slakken tot mollen, werd meteen energiek door haar bestreden. Ondanks de late start, hebben we tot ver in oktober kunnen genieten van de overvloed aan sla en exotische groenten die de tuin voortbracht.
Mijn aandeel bestond grotendeels uit de zorg voor de acht pompoenplanten die ik had opgekweekt in mijn keuken. In september bleken die tot grote consternatie van Wen ook nog eens aangetast door meeldauw. De opbrengst was schamel: zegge en schrijve vier pompoenen.
Ik heb mijn lesje geleerd: de ‘groene revolutie’ vergt hard werk en doorzettingsvermogen. Op naar een nieuw groeiseizoen!