Het Noëlhuis is als een mycelium op allerlei manieren verbonden met talloze mensen. Een deel van dat netwerk kwam als ongedocumenteerde huisgenoot bij ons en vertrok weer, soms om naar Ter Apel te gaan in een poging (alsnog) papieren te krijgen of om elders te gaan wonen. Sommigen keren terug naar hun geboorteland om het daar opnieuw te proberen. Maar wie ook weggaat, ze blijven altijd onderdeel van de Noëlhuis familie. Hoe dan, behalve in de verhalen, de sfeer in huis die meer of minder verandert door elk vertrek en elk nieuw gezicht en in grappen die herinneren aan hoe iemand in huis was?
Mag ik wat meenemen?
Wat onze voorraadkast bevat komt deels in de magen van de huidige bewoners en gasten van het Noëlhuis terecht. Maar regelmatig wordt ook een tasje, of zeg maar gerust tas, gevuld door oud-huisgenoten om mee te nemen. Tomatensaus, olie, meel, thee, wc-papier of pindakaas, het helpt de eindjes aan elkaar te knopen. Ook mensen die via huisgenoten bij ons bekend zijn geraakt en af en toe in onze weggeefkast komen ‘winkelen’, nemen eten mee als ze iets nodig hebben. Al hebben we dan geen gaarkeuken, op deze manier kunnen we ook buiten onze eigen keuken om magen vullen.
Logeren
Antwerpen, Den Haag, Assen, Son en Breugel, Amsterdam: als het gaat om logeerplekken kunnen we op allerlei plekken terecht bij oud-huisgenoten die inmiddels een huisje hebben. En dan heb ik het nog niet over de huisgenoten die Europa weer hebben verlaten en ons graag zouden verwelkomen elders op deze aardbol. “Je moet echt een keer mee naar …, ik ga je alles laten zien en proeven. Je gaat houden van mijn land!” Bij oud-huisgenoten te gast zijn is heel bijzonder; de rollen zijn nu officieel omgedraaid. Zorg vooral dat je vooraf niet te veel hebt gegeten! En je moet toch minstens een nacht blijven slapen, anders is het te kort om het echt een bezoek te noemen. Als oud-huisgenoten verder weg wonen of nog in een AZC verblijven komen ze soms ook terug bij ons voor een kort bezoek met overnachting. Dan worden er vaak ook exotische boodschappen gedaan die buiten de Randstad niet makkelijk te krijgen zijn.
Sociale bank
Met enige regelmaat krijgen we de vraag of we wat geld kunnen lenen. Er moet iets betaald worden, borg voor de huur van een eigen woning, geld voor familie die ziek is. Of het eind van de maand is nog niet in zicht, maar het geld is wel al op. Onze oud-huisgenoten hebben vaak geen kapitaalkrachtig netwerk en weinig financiële ruimte. Soms laten betalingen vanuit AZC of overheid op zich wachten en worden mensen geacht zonder of met weinig leefgeld weken te overbruggen. Gelukkig kunnen we meestal wel een oplossing bedenken en zijn we altijd blij dat mensen de vraag om hulp durven te stellen! Omgekeerd vragen wij oud-huisgenoten ook soms om hulp, bijvoorbeeld als een deel van het huis opnieuw geverfd moet worden, er grote klussen in de tuin te doen zijn of als we muzikanten zoeken voor een feest. Huisgenoten onderling weten elkaar ook te vinden, voor het vlechten van een nieuw haarkapsel bijvoorbeeld. Dan wordt de tv-kamer even omgetoverd tot kapsalon.
Kennen we iemand in…?
Een aantal keer in de afgelopen jaren kreeg een oud-huisgenoot een woning toegewezen ver van Amsterdam. Hoe vindt zo iemand haar weg in een compleet nieuwe omgeving? Zeker als iemand ook kinderen heeft, moet er zoveel worden geregeld, uitgezocht en gedaan dat we wilden dat we dichterbij konden zijn. Gelukkig wordt onze nieuwsbrief gelezen door een groot aantal mensen. Een paar keer hebben we daarom lezers benaderd die dichtbij onze oud-huisgenoten woonden, met de vraag of ze een keer een kop koffie wilden gaan drinken of de weg wijzen naar de kringloopwinkel. Hier zijn bijzondere contacten uit ontstaan.
Feest!
Als er iets te vieren valt, dan nodigen we het liefst zoveel mogelijk oud-huisgenoten uit. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd! Ieder jaar zien we verschillende mensen terug als we Sinterklaas vieren, op het huisfeest, bij het bowlen of op vakantie. En soms gaat de vlag uit voor een oud-huisgenoot: als we horen dat iemand papieren heeft gekregen. Laatst mocht deze gelukkig weer uit, voor iemand die ruim zeven jaar had gewacht en eindelijk legaal in Nederland zijn leven verder mag gaan leven. Dan is het feest!
Op eigen benen
Omdat ik intern ben verhuisd en ze de housewarming miste, komt Hadinet alsnog op bezoek. Als ik naar de deur loop, zie ik tot mijn verrassing dat ze met de auto is gekomen. Haar zelf geleasde auto! Dat heb ik nooit eerder gezien bij een oud-huisgenoot. Ze woonde in 2013 bij ons nadat ze voor de dienstplicht in Eritrea was gevlucht. Gelukkig krijgt ze papieren. Een universitair geschoolde vrouw, maar in Nederland moet ze van alles opnieuw leren. Als ik haar voor het eerst bezoek in haar eigen huisje blijkt dat ze de verwarming niet goed durft te gebruiken, bang als ze is voor de energierekening. Ze noemt haar huis ‘hotel’ en nodigt mij uit vaak te komen ontspannen. Dat doe ik graag! Inmiddels geeft ze alweer enkele jaren trainingen bij Vluchtelingenwerk en rondde ze een master Women, Gender and Development af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze hoopt binnenkort te starten met een PhD-studie aan de Universiteit van Leiden.
Het is bijzonder en bemoedigend te zien hoe oud-huisgenoten hun leven vormgeven nadat ze het Noëlhuis achter zich hebben gelaten. En bij elk afscheid weten we: we blijven altijd verbonden.