De titel van de nieuwe encycliek is ontleend aan een van de geschriften van de H. Franciscus van Assisi waarin hij zijn medebroeders op het hart drukt elk mens te waarderen en lief te hebben, of die nu dichtbij staat of ver weg leeft. ‘Allen broeders en zusters’, zo is de Italiaanse titel gelukkig netjes inclusief vertaald in het Nederlands.
Ik heb Fratelli Tutti vlak na publicatie gelezen, in een periode dat ik behoorlijk somber gestemd was. Dat kwam deels door de pandemie – de tweede coronagolf was inmiddels begonnen. Maar eigenlijk was de voornaamste reden alle verwarring en onzekerheid in de samenleving. De verkiezingscampagne in de Verenigde Staten was in volle gang, en ik was er niet gerust op wat de uitslag zou worden. Wat is er aan de hand wanneer politieke leiders met veel macht, feiten als meningen afdoen en zo hard hun mening verkondigen dat mensen gaan denken dat het om feiten gaat? Er gaan allerlei complottheoriën rond, de wildste ideeën worden voor zoete koek geslikt door velen. Doet de waarheid er nog toe? Is alles alleen nog maar een mening?
Paus Franciscus is wat mij betreft een van de vooraanstaande morele wereldleiders van dit moment. De publicatie van zijn nieuwste encycliek kwam voor mij dus op een goed moment. Ik heb het gelezen als een lange brief over de situatie in de wereld van een wijze grootvader in het geloof.
‘Imagine’
De encycliek is geschreven tegen de achtergrond van de pandemie. Die pandemie heeft eens te meer duidelijk gemaakt dat we als mensheid in hetzelfde schuitje zitten en dat we alleen door samen te werken dit soort mondiale problemen kunnen aanpakken. De paus schrijft dat een crisis als deze ook een kans is: een kans om de opbouw van samenleving, economie en politiek na de crisis op een betere manier op te pakken.
De onderlinge afhankelijkheid en verbondenheid van de mensheid is de kern van zijn visie. In de ondertitel van de encycliek is dit terug te vinden: het gaat ‘over broederlijkheid en sociale vriendschap’. Elk mens is een schepsel van God, we zijn allen kinderen Gods en daarom broeders en zusters van elkaar. Wat zou er gebeuren als je deze overtuiging consequent doordenkt en toepast op de mondiale samenleving?
Precies dat doet paus Franciscus. Fratelli Tutti is wat dat betreft vergelijkbaar met het lied Imagine van John Lennon en de ‘I have a dream’ toespraak van Martin Luther King. Imagine, stel je eens voor dat we als broeders en zusters met elkaar zouden samenleven op deze wereld. Hoe kunnen we onze samenleving, economie, politieke structuren zo inrichten dat we daar uitkomen?
‘Een cultuur van onverschilligheid’
De weg naar zo’n zusterlijke samenleving is lang, daarover koestert de paus geen illusies. Hij uit evenals in Laudato Sí scherpe kritiek op het hyperconsumentisme, op een economie die de aarde uitbuit en mensen als wegwerpartikelen gebruikt, op een politiek die alleen de belangen dient van de machtigen en rijken. We hebben een ‘cultuur van onverschilligheid’ gecreëerd, schrijft hij. De paus is helder in zijn oordeel: een samenleving waarin mensen zich niet bekommeren om anderen, is een ongezonde samenleving.
Hij heeft zich met zijn kritiek op een uit de bocht gevlogen kapitalisme uiteraard weer de woede op de hals gehaald van de pleitbezorgers van de vrije markt en van medegelovigen die vinden dat religie zich niet moet inlaten met politiek. Zijn denktrant is misschien wat zwart-wit, maar in grote lijnen deel ik zijn analyse. Wij protesteren als Catholic Worker al jaren tegen de ‘muren’ die de EU aan de buitengrenzen opricht, met steeds geavanceerdere bewakingssystemen en met onverbiddelijke toelatingsprocedures. Duizenden mensen die geweld en ellende in hun thuisland ontvluchten, komen jaarlijks om op de riskante routes die ze moeten nemen naar Europa. De Europese buitengrenzen zijn momenteel de dodelijkste ter wereld.
De paus wijst ook op de subtielere ‘muren’ die worden opgetrokken in de samenleving. Arm en rijk leeft steeds meer gescheiden van elkaar. Mensen van verschillende klassen, culturen en religies komen elkaar niet meer zo makkelijk tegen in sociale verbanden als kerken, vakbonden en buurtverenigingen. Al dit soort traditionele instituten hebben te maken met slinkende ledenaantallen. Sociale media leken aanvankelijk een prachtig medium om contacten te leggen en onderhouden en om iedereen de kans te geven informatie te verspreiden. Ze blijken in de praktijk echter vooral ‘bubbels’ te creëren van gelijkgestemden. Of nog erger: ze worden gebruikt, vaak anoniem, om mensen met afwijkende meningen aan de schandpaal te nagelen.
‘Een cultuur van ontmoeting’
Fratelli Tutti is één groot pleidooi om anderen in hun waarde te laten en de ontmoeting met anderen aan te gaan. Elk mens, ook de meest kwetsbare, heeft iets te bieden aan de samenleving. Elke cultuur, ook die van de meest onderdrukte volken en bevolkingsgroepen, kan de mensheid verrijken. Wetenschappen, religies, kunst, alle disciplines samen zijn noodzakelijk om wegen te banen naar een betere toekomst.
De ‘cultuur van ontmoeting’ waar de paus voor pleit, beleven wij dagelijks in het Jeannette Noëlhuis. We raken met elkaar verbonden – geprivilegieerde Nederlanders en geïllegaliseerde vluchtelingen – simpelweg door samen een huishouden te runnen en met elkaar op te trekken. Het belangrijkste is niet eens dat we een dak boven het hoofd delen of te eten hebben, maar dat we gekend en gezien worden, dat we weten dat er anderen zijn die om ons geven. Het is een voorrecht, ook voor ons als Nederlanders, om zoveel verschillende mensen te leren kennen als broeders en zusters. En het geeft ons ook hoop dat het kan: zusterschap/broederschap tussen alle mensen op aarde.
Politiek en macht
Het is voor ons als Catholic Workers ook buitengewoon verheugend dat de paus in niet mis te verstane bewoordingen afstand neemt van de leer van de rechtvaardige oorlog. Hij schrijft: “We kunnen oorlog niet langer als een oplossing zien, omdat de eraan verbonden risico’s waarschijnlijk altijd groter zullen zijn dan de veronderstelde voordelen. […] Elke oorlog maakt dat de wereld erger eraan toe is dan voorheen. Oorlog is altijd een mislukking van de politiek en van de mensheid, een schandelijke capitulatie, een hartverscheurende nederlaag ten opzichte van de machten van het kwaad.” (paragraaf 257,258, 261)
Het belangrijkste punt waarop we als Catholic Worker van mening verschillen met de paus – met alle respect natuurlijk – ligt op het politieke vlak. Paus Franciscus is zich weliswaar bewust van de valkuil van de macht waarin politici kunnen vallen. Macht corrumpeert; niet iedereen maar toch velen. Toch beschrijft hij het politieke ambt als een nobele roeping: “ze is een van de meest waardevolle vormen van naastenliefde, want ze zoekt het algemeen welzijn.” (paragraaf 180) Ik heb tijdens de jaarlijkse retraite van de gemeenschap een blokje geleid over de sociale leer van de kerk en heb deze uitspraak voorgelegd. Ik zag gefronste wenkbrauwen: “Politiek, een nobele roeping?”
Mij lijkt dat er een innerlijke tegenstrijdigheid bestaat tussen de overtuiging dat we als mensheid echt nieuwe wegen moeten inslaan zoals de paus verklaart in Fratelli Tutti en nog iets stelliger in Laudato Sí, en de opmerking dat “politieke liefde de grootste vorm van naastenliefde is”. De vraag die ik de paus zou willen stellen, is of de bestaande politiek niet teveel vervlochten is geraakt met het economisch-financiële systeem dat ons op een doodlopend pad als mensheid heeft gebracht. Pleiten voor moreel hoogstaande politici, lijkt mij een lapmiddel voor een gemankeerd systeem. We zullen creatiever moeten nadenken over een nieuwe politiek. Als we doorgaan op de oude manier, stevenen we af op een wereld die onleefbaar is geworden door vervuiling, klimaatverandering of gewelddadige conflicten.
Blijft staan dat paus Franciscus met zijn pleidooi voor barmhartigheid en verbondenheid de richting wijst die we moeten gaan om uit te komen op een mondiale samenleving waarin de menselijke waardigheid centraal staat. Hij biedt ons met Fratelli Tutti een solide moreel kompas: we zijn broeders en zusters van elkaar.