Je hebt een prachtig boek geschreven over Dorothy. Tegelijk kunnen sommige dingen die je schrijft pijnlijk zijn voor mensen die een verheven, ‘heilig’ beeld hebben van haar. Kan je daar iets over zeggen?
“Veel mensen voelen zich juist getroost door het feit dat ik over haar heb geschreven als iemand met beperkingen en onvolkomenheden. Ik heb mijn verhaal zo eerlijk mogelijk proberen te vertellen, ik voelde een grote verantwoordelijkheid om het verhaal op de juiste manier te brengen. Voor mij is het een ongelooflijk getuigenis van liefde, zeker ook tussen mijn moeder en grootmoeder. En weet je, mijn grootmoeder zou het nooit hebben geaccepteerd als ik niet zo eerlijk mogelijk had geschreven. Ze moest er niets van hebben wanneer mensen haar een heilige noemden. Dit is het boek dat ik moest schrijven als kleindochter van Dorothy en dochter van Tamar.”
Wat bewoog jou om dit boek te schrijven?
“Mijn moeder. Niet dat zij wilde dat ik dit verhaal zou vertellen, juist niet. Zij overleed in 2008. In de laatste periode van haar leven heb ik vaak met haar gesproken over haar relatie met Dorothy en met de Catholic Worker. Toen mijn moeder stierf besefte ik dat als ik dit boek niet zou schrijven een enorm belangrijk deel van Dorothy Day’s verhaal verloren zou gaan: het verhaal van haar moederschap. Weet je, de geboorte van mijn moeder was een geweldig gebeuren voor mijn grootmoeder, enorm belangrijk in haar leven.”
Ben je ooit kwaad geweest op Dorothy dat zij zo’n moeilijke moeder was voor Tamar?
“Natuurlijk niet. Ik was twintig toen Dorothy stierf. Ik kende haar dus als kind, als tiener en als jongvolwassene. Zij was wie zij was. Mijn moeder was wie zij was. Ondanks alles hadden zij een ongelooflijk liefdevolle relatie. Zij brachten veel tijd met elkaar door. Mijn grootmoeder bracht ook veel tijd door met ons. Er zijn altijd wel misverstanden tussen moeders en dochters. En er waren zeker ook momenten dat ik mijn geduld verloor met beiden. Maar goed, zo is het leven, we maken allemaal fouten.”
Ik werd erg geraakt door wat je schreef over jouw vader David Hennessy en de beginjaren van het huwelijk van jouw ouders, toen ze van de ene naar de andere plek verhuisden en in armoede leefden. David was niet echt in staat om voor een gezin te zorgen.
“Je hebt absoluut gelijk. Hij had echt nooit een gezin moeten stichten. Het ligt allemaal erg gecompliceerd. Tot aan mijn tienerjaren leefden we in armoede. Mijn vader was ongelooflijk intelligent, een autodidact, een verwoede lezer, maar hij had ook zijn duistere kanten: hij was alcoholist en homoseksueel. En hij was een overtuigde katholiek, echt buitengewoon devoot. Hij werd geplaagd door innerlijke conflicten. Hij was niet in staat een groot gezin te onderhouden. Uiteindelijk besloot mijn moeder bij hem weg te gaan. Maar zij begreep wat er in hem omging en bleef grote compassie voor hem voelen. Tegen mij zei ze, ‘Ik wilde niet dat jullie op zouden groeien met kwade gevoelens jegens hem.’”
Welke materiaal heb je gebruikt bij het schrijven?
“Om te beginnen de herinneringen van mijn moeder. In al de jaren die we met elkaar spraken over haar relatie met Dorothy en met de Catholic Worker hield ik aantekeningen bij. Natuurlijk was mijn grootmoeder ook iemand die veel schreef. Ik heb alles van haar gelezen, waaronder ook haar ongeredigeerde dagboekaantekeningen en brieven. Mijn vader hield ook een dagboek bij, evenals mijn moeder, vooral rond de tijd dat mijn grootmoeder stierf.”
Na de dood van jouw grootvader Forster vond Tamar liefdesbrieven die hij en jouw grootmoeder aan elkaar hadden geschreven. Wat betekende die ontdekking voor jouw moeder?
“Het was buitengewoon. Ze was zo dankbaar dat ze deze had gevonden, omdat ze eindelijk duidelijk de liefde tussen haar vader en moeder kon zien en voelen. Familie was heel belangrijk voor Tamar. Zij was enig kind; haar vader was de meeste tijd afwezig. Haar relatie met Forster was goed, maar zij bracht de meeste tijd door met haar moeder. Het was een openbaring voor mijn moeder te zien hoe groot de liefde was tussen Dorothy en Forster.”
Je hoort wel eens dat mensen met een grootse roeping en missie in de wereld niet de beste ouders zijn. Ik denk aan Gandhi en zijn kinderen en ook aan Dorothy en Tamar. Hoe denk jij daarover?
“Mijn moeder besefte al op jonge leeftijd dat ze haar moeder zou moeten delen met vele anderen. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe buitengewoon mijn moeder was, hoe sterk. Ze heeft veel offers moeten brengen en er waren problemen en inderdaad ook boosheid. Maar zij begreep en hield van de Catholic Worker. Dat was vele jaren lang haar leven en ze koesterde de herinneringen van die jaren. Ik denk dat een familie offers brengt met iemand in haar midden als mijn grootmoeder. Toch speelde Dorothy, ondanks alle tijd en energie die zij stak in de Catholic Worker, ook een enorm belangrijke rol in ons gezinsleven. Ze was er tijdens alle belangrijke momenten van ons leven. Eens in de drie maanden bracht ze tijd met ons door in Vermont. Bijna elke dag sprak ze met mijn moeder over de telefoon. Ze heeft al mijn broers en zussen wel eens geholpen in ons leven.
Ik was onder de indruk van alle problemen eind jaren ’30 en begin ‘40 in de gemeenschap van de Catholic Worker op het platteland van Pennsylvania, in Easton. Dorothy was als leidster het mikpunt van zoveel woede in de gemeenschap. Je schrijft hoe zij zich, wanneer alles te moeilijk werd, regelmatig gewoon terugtrok uit de gemeenschap en het land rond reisde om lezingen te houden.
“Dat klopt. Als het te moeilijk werd in de gemeenschap, trok zij zich regelmatig terug. Ze sprak er nooit over met ons, maar ik weet dat het probleem er deels in lag dat zij vrouw was en veel van de mannen haar leiderschap niet accepteerden. In die eerste jaren in Easton voelde Dorothy zich zelfs fysiek bedreigd door verschillende mensen. Nog afgezien daarvan, denk ik dat leiders vaak de volle laag krijgen bij problemen. Ze maken fouten, en zoals je weet zijn er vaak problemen in Catholic Workergemeenschappen. Zij kreeg daarvan de schuld.”
Is er een moment waarop Dorothy echt zo was gegroeid in haar rol als leider dat deze niet meer ter discussie stond?
“Dat is een interessante vraag. Ze was een natuurlijke leider. Ze had charisma. Ze trok van jongs af aan al anderen aan. Hoe ze zich voelde in de positie van leider van de beweging, kan ik niet zo goed zeggen. Ze vond het altijd wat ongemakkelijk. Maar in de jaren dat ik haar meemaakte, de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, beschikte ze over een kracht en wijsheid, die ze zich denk ik door veel moeilijkheden heen eigen had gemaakt.”
Je bent vanaf je geboorte opgegroeid als Catholic Worker. Hoe is jouw relatie met de Catholic Worker momenteel?
“Ik houd van de Catholic Worker. Weet je, als kind bracht ik zoveel mogelijk tijd door op de Catholic Workerboerderij in Tivoli, aan de Hudsonrivier ten noorden van New York. Als tiener bezocht ik vaak de Catholic Worker in Manhattan waar mijn grootmoeder woonde. Ik beschouw de Catholic Worker als mijn tweede familie. Hoewel ik me altijd wel aangetrokken voelde om te leven in een Catholic Workergemeenschap, lukt dat me toch niet echt. Ik heb een grote behoefte aan privacy en rust.”
Kan je ons iets vertellen over jouw eigen leven? Heb je gestudeerd? Heb je gereisd?
“Ik heb inderdaad veel gereisd. Ik heb als lerares gewerkt in Guatemala en in India Engelse les gegeven aan Tibetaanse vluchtelingen. Ik heb veel gereisd in Afrika en Azië. Ik heb gestudeerd voor maatschappelijk opbouwwerk, maar heb niet zoveel met die studie gedaan.”
Wat vind jij van het heiligverklaringsproces voor Dorothy?
“Ik heb daar erg dubbele gevoelens over. Ik zou echt niet goed weten wat iemand tot een ‘officiële’ heilige maakt. Tegelijk weet ik zeker dat het leven van Dorothy belangrijk is, niet alleen vroeger maar ook nu. Maar weet je, het proces van heiligverklaring is zo bureaucratisch, zo vastomlijnd. Ik kan er met mijn hoofd niet goed bij dat mijn grootmoeder, die zo complex en vol tegenstellingen en gecompliceerd was, in een frame wordt geplaatst dat zo rigide is. En natuurlijk ben ik – net zoals veel Catholic Workers – wat bang dat veel aspecten van haar leven op de achtergrond zullen verdwijnen, dat haar radicaliteit wordt weggemoffeld en alleen die aspecten over blijven die goed uitkomen. Zij had iets te zeggen op zoveel verschillende niveaus, en we moeten naar haar hele verhaal luisteren. Als we haar in een netjes afgebakend, veilig hokje stoppen luisteren we niet echt naar haar. Dat zou in zekere zin ‘goedkope genade’ zijn, als je bedenkt wat ze allemaal van ons vraagt.”
Bedankt voor je tijd, Kate, en voor je geweldige boeken!
Kate Hennessy woont momenteel deels in Ierland, deels in Vermont (VS). Zij is een van de sprekers tijdens de Dorothy DAY op 28 november in Amsterdam.