
Zo is het alweer vier jaar geleden dat Herman en Anna in het Noëlhuis neerstreken met het plan om binnen afzienbare tijd ergens anders een verwante woongroep op te zetten. Sofie en Willem hadden daar wel oren naar; zij kwamen eveneens in het Noëlhuis wonen. Het klikte zo goed met de nieuwkomers, dat de voorziene interimperiode intussen flink is uitgelopen. De ‘Jonge Honden’ zijn goed op elkaar ingespeeld geraakt en presenteren zich al een poos als Dorothy-gemeenschap. Alleen hebben ze er nog een hele puzzel aan om een onderkomen voor de nieuwe gemeenschap te realiseren. Elders in deze Korrel Zout doet Sofie verslag van de actuele stand van zaken.
Wat een weelde, zoveel gemotiveerde mensen in huis! Prachtig om mee te maken hoe serieus ze hun koers uitzetten en veerkracht ontwikkelen om op eigen vleugels verder te gaan. In het Noëlhuis doen ze niet alleen inspiratie en energie op, ze geven het Noëlhuis ook een flinke boost.
Aderlating en support
Begin maart zijn Anna en Herman in een tot camper omgeturnde mini-bus geklommen, om eerst ‘een maand of wat’ door Scandinavië te trekken. Met hun dochtertje Naomi, twee jaar oud nu, willen ze langsgaan bij familie en vrienden van Anna, de huwelijkssluiting van Anna’s zus meemaken, en dan verder de elanden achterna tot in de poolcirkel. Zij wonen niet langer in het Noëlhuis, en hopen vanaf juni terecht te kunnen op de nieuwe locatie.
De aderlating in het Noëlhuis, wie weet stimuleert die juist wel de vitaliteit. Nóra Dudás versterkt sinds april de gelederen. Nóra komt uit Hongarije en heeft zes jaar in Oudezijds 100 gewoond, een gemeenschap op de Amsterdamse wallen. Zij heeft kerkmuziek gestudeerd en zo zingen wij nu de psalmen in beurtzang! Haar kater Brúnó heeft het naar zijn zin bij ons. En vanaf september komt er weer een ASF-er meedraaien – een Duitse jongere van Aktion Sühnezeichen Friedensdienste – bij wijze van overbruggingsjaar tussen middelbare school en vervolgopleiding.

Een mooie vorm van support komt ook van Gerritjan. Op zijn geruislozemanier zorgt hij dat uitgeleefde ruimten in huis een flinke opknapbeurt krijgen. Nu er twee of drie plekken opgefrist zijn krijgt eigenlijk iedereen al goede zin. Vladimir, één van de huisgenoten, heeft vakbekwaam zijn eigen kamer aangepakt, bewonderenswaardig. En met name de gebedsruimte, centraal bij binnenkomst, is prachtig gerenoveerd. Igor, vroegere bewoner van het Noëlhuis, heeft daar als een ware bouwvakker aan bijgedragen. Gerritjan verstaat de kunst van het weglaten! Hij heeft de plaats waar wij bijna dagelijks samen bidden nog transparanter en ingetogener weten te krijgen. De glorieus liefdevolle Christus op het Kruis van San Damiano heeft nu geen andere blikvangers meer om zich heen. Dat geeft een verstilde directheid waar geen hectiek uit de gang of de keuken tegenop kan.

Ora et labora
Zonder bidden zou het Noëlhuis onbestaanbaar zijn. Iedereen in huis, of met het huis verbonden, ervaart dat; u hoort daar vast ook bij. Tot in de verborgen hoekjes van onze verslagenheid, boosheid, hoop en toewijding hunkeren wij naar heling, heil, heiliging. Bidden en werken staan niet haaks op elkaar. Werk hoeft niet ten koste te gaan van gebed, maar kan juist gebed stimuleren, en vice versa. Wie geen vuile handen maakt, bouwt ook geen innerlijke spankracht op. In het Noëlhuis is dit telkens opnieuw een hot item: hoe houd je stevig aanpoten in balans met spirituele diepgang? Of aangescherpt: hoe kun je een activistisch statement maken zonder evaluatie van je motieven om dat te doen? Frits, Margriet, Sofie en Susan zijn momenteel druk bezig met zo’n evaluatie. Want binnenkort moeten zij voorkomen vanwege bewust gekozen activistisch protest tegen atoombewapening en milieuvervuiling. Om zich in de rechtszaal effectiever te kunnen verantwoorden willen zij van tevoren brainstormen met geestverwanten binnen en buiten het Noëlhuis.
Lydia, gevlucht uit Egypte, leeft met hart en ziel uit haar koptische geloofsovertuiging. Ze neemt graag deel aan onze gebedsdiensten in huis. Die gaan in het Nederlands of het Engels, daar heeft ze nog moeite mee. Maar ze komt toch, en brengt haar Arabische bijbeltje mee. Wanneer onze Schriftlezing ten einde is, leest Lydia dezelfde tekst nog een keer voor in haar eigen taal. Pinksterervaring in a nutshell. Ja, en voortaan wil Lydia op zondag met mij mee (als ik er ben) naar de eucharistieviering in het centrum van Amsterdam, want de liturgie daar doet haar koptische gemoed zo goed. Zonder aarzeling – regeltjes of niet – gaat ze mee ter communie. Wat een kracht om van vluchten thuiskomen te maken!
Sta me toe deze lijn nog even door te trekken. Zo’n gelijkgestemdheid zou toch misschien ook kunnen met islamitische huisgenoten? Abraham is onze gezamenlijke aartsvader. In onze gebedsruimte komt er wel eens iemand bidden met het gezicht naar Mekka, alleen, in stilte. Tijdens de Ramadan breken we vaak samen de vasten en wordt er samen gebeden. Maar zou er niet van weerskanten nog meer toenadering te vinden zijn? Ik denk aan de indrukwekkende film ‘Des hommes et des Dieux’: in het Algerijnse dorp Tibhirine was zo’n betrokkenheid er in hoge mate. Ik kaart het wel eens aan, maar het gaat nog niet zo vanzelfsprekend. Wie kan ons verder op weg helpen?
Surprise
Ach, en laat het nu uitgerekend die wonderbaarlijke bisschop zijn die ons in elkaars armen jaagt: Sinterklaasavond is in het Noëlhuis een geweldige hit, ontzettend leuk. Bewoners uit een vreemd land snappen er aanvankelijk geen hout van. Ze hebben een lootje getrokken, en moeten aan de slag. Een gedicht, hoezo, wat is dat voor iets? Rijm, nooit van gehoord. Nee, ik kan niet eens schrijven. Vertel dan eens, voor wie moet jij een surprise maken? Dat mag ik aan niemand verklappen. Ja, maar als je wilt dat ik in jouw plaats een gedicht schrijf, moet ik het wel weten. O ja, natuurlijk, nou …. Persoonlijk aas ik elk jaar op zulke buitenkansjes. Weliswaar moet ik dan een paar verzen extra produceren, en dat in de gewenste taal, maar je kunt er heerlijk iedereen mee op het verkeerde been zetten. Als ik een vers maak alsof het van Abdul komt en bestemd is voor Janita, kan ik zogenaamd per ongeluk ook andere dierbaren in de maling nemen. Noem het biljarten over de band. De bijbehorende surprises zijn vaak enorm creatief gemaakt, soms een compleet bouwwerk. Daar hoef je nu weer géén Nederlander voor te zijn; al kunnen die er bepaald ook wat van! Op ons Sinterklaasfeest komt er een vrolijk mozaïek tevoorschijn van wat er in huis allemaal speelt. Grappig hoe goed we elkaar doorhebben!

Expansiedrang
En dan is er natuurlijk de tuin achter de kerk van Duivendrecht. In goed overleg hebben wij een gedeelte daarvan in gebruik. Het lukt niet altijd om onze expansiedrang in te tomen. Achter de tuin loopt een sloot. Aan de overkant daarvan lonkt een verwilderde weide langs het talud van de trein- en metrorails. Woest land. Bramen en onkruid woekeren er naar hartenlust. Het lukt ons intussen wel om die eronder te houden met een bosmaaier, vooral dank zij het noeste zwoegen van onze voormalige huisgenoot Raed. Van lieverlee winnen we terrein.
Intussen hebben we her en der van alles aangeplant: fruit- en sierbomen, kleinfruit, bloemdragende heesters, deels zelf gestekt en opgekweekt. Het groeit en bloeit er allemaal op los. Pompoenplanten klimmen meters hoog de boom in. De bamboe rond de zelf gecreëerde vuurplaats proberen we een halt toe te roepen door een kunststof strip van tientallen meters lang en 60 centimeter diep de drassige grond in te brengen met behulp van een kleine graafmachine van Wanda’s broer. Onder de hoede van Aiyun, de echtgenote van Frits, en twee voormalige huisgenotes uit China, worden er inlandse en exotische groenten gekweekt. Soms eten we daarvan in het Noëlhuis, en er gaat keukenafval terug naar de composthoop.
Evenwel, waar flora gedijt, laat fauna zich niet onbetuigd. Behalve een buizerd, een specht, ganzen, reigers en meerkoeten zien we nu ook een hele zwerm halsbandparkieten neerstrijken. Die jongen maar aan en zijn verzot op de uitlopende knoppen en vruchten van onze fruitbomen. Ons voortvarende tuinbeleid loopt dus ook tegen grenzen op.
Corona
En toen was er het coronavirus. Dit huisnieuws wordt tijdens het prille begin van de lente geschreven. Als bijna tachtigjarige moet ik mij nu verre houden van de gemeenschap. De oudste huisgenote van boven de zestig is herstellende van chirurgie en chemo en maakt zich klaar om terug naar Afrika te gaan. Ze is op stel en sprong elders ondergebracht toen de eerste Noëlhuizer symptomen kreeg. We hopen dat we op tijd waren. En hoe doe je dat, quarantaine met bijna twee dozijn mensen?! Mogen de niet inwonende geïllegaliseerde Christussen uit de buurt hun kleren nog komen wassen? Zij geven nu hun was af bij de deur terwijl ze zelf buiten blijven. Wie mag er boodschappen doen? Vergaderen met twee beeldschermen met kerngroepsleden erop die niet mee mogen vergaderen vanwege ziekteverschijnselen. Het is bijna niet te doen! We hopen met de rest van de wereld er zo goed mogelijk samen doorheen te komen.
Wat mij vooral zo goed doet in het Noëlhuis is de ruimhartige eensgezindheid. Het gaat er best stevig aan toe soms, maar we kunnen van elkaar op aan. Uiteindelijk klopt het: iedereen mag er zijn, eigen verantwoordelijkheid inbrengen. Grote dank aan u allemaal die daarin onze deelgenoot wilt zijn. Uw meeleven en steun gaan recht naar ons hart.