Een beetje zonderling was Peter Maurin, mede-oprichter van de Catholic Worker, wel. Voordat hij Dorothy Day ontmoette in 1932 leefde hij als vagebond-filosoof in zelfgekozen armoede. Hij bracht veel tijd door in openbare bibliotheken en be studeerde de nieuwste sociale stromingen van zijn tijd. Dorothy Day had de grootsheid te erkennen dat zijn basisideeën voor de Catholic Worker de kern van de maatschappelijke problemen raakten. Volgens Peter moest de Catholic Worker werken op drie niveaus: bewustwording (middels rondetafeldis-
cussies en de Catholic Worker-krant), gastvrijheid (middels Huizen van Gastvrijheid) en ‘farming communes’ – gemeenschappen op het platteland. Met zijn pleidooi in de jaren ’30 van de vorige eeuw voor een ‘groene revolutie’ was hij zijn tijd ver vooruit.
Schipperen
Dat ‘groene’ van de Catholic Worker springt minder in het oog dan de gastvrijheid of de directe acties voor vrede en gerechtigheid. Maar het speelt wel degelijk een rol in de keuzes die we maken. We krijgen veel spullen en voedsel en nemen zo dus deel aan een kringloopeconomie. Veel van wat we wel kopen aan voedings- en schoon maakmiddelen komt van een biologische groothandel. We hebben geen auto en delen wasmachine, t.v., gasfornuis en andere zaken met ruim 20 mensen. GFT-afval gaat op de composthoop in het tuintje van Siska en Mattias, waar ook verse groen ten worden verbouwd. Kranten, glas en aluminium recyclen we en als er nieuwe huisgenoten komen leggen we altijd uit dat batterijen giftig zijn en in een apart bakje moeten. West-Afrikaanse huisgenoten frituren bijna alles en we recyclen de oude olie. Elke huisgenoot ontdekt bij zijn eerste maaltijd in huis dat de meeste Nederlandse mensen aan tafel vegetarisch eten en dat de kok van de dag er dus ook voor moet zorgen dat er iets met veel groenten, soja of peulvruchten op tafel moet staan.
Tegelijk moeten we bekennen dat we voortdurend tekort schieten op dit vlak. Behalve dat we zelf vaak te gemakzuchtig zijn, is een probleem toch ook dat gastvrijheid aan mensen in nood op gespannen voet staat met een ecologische levensstijl. Onze huisgenoten hebben meestal niet zo’n sterk besef van de inherente vernielzucht van industriële, grootschalige manieren van produceren; voor hen is zuinig omgaan met energie of spullen geen prioriteit. Het is een constant schipperen, waarbij wat ons
betreft acceptatie van de ander belangrijker is dan koste wat kost ons huishouden zo ecologisch mogelijk te runnen.
Moreel gezag
Waar Peter Maurin in de jaren ’30 nog een roepende in de woestijn was, is het besef inmiddels diep doorgedrongen dat we met zijn allen afstevenen op een catastrofe als we zo doorgaan met het plunderen van de natuurlijke rijkdommen en het uitbuiten van medemensen. Politieke leiders lijken te beseffen dat zij het morele leiderschap ontberen om uit
de impasse te raken waarin onderhandelingen over het milieu en de klimaatverandering zijn beland. Religieuze lei- ders als paus Franciscus, patriarch Bartholomeüs van Constantinopel en de Dalai Lama hebben een moreel gezag dat veel meer invloed heeft dan welk politiek beleid ook.
In december moeten er tijdens de Klimaattop in Parijs (COP21) spijkers met koppen worden geslagen over een nieuw Klimaatakkoord. Paus Franciscus brengt aan het begin van de zomer een encycliek uit over het milieu. Met 1,1 miljard katholieken kan de r.k. kerk in potentie een enorme invloed uitoefenen in de wereld. Tijdens zijn reis naar Sri Lanka en de Filippijnen in januari van dit jaar zei de paus onomwonden dat hij met zijn encycliek een bijdrage wil leveren aan de besprekingen in Parijs. In een toespraak die hij op de Filippijnen hield voor jongeren, zei hij: “We moeten oog hebben voor de schoonheid van Gods heilsplan, voor het verband tussen het milieu en de waardigheid van de menselijke
persoon”. Regelmatig bekritiseert de paus de ‘wegwerpcultuur’ waarin we leven. Niet alleen gooit men met verbazingwekkend gemak spullen en voedsel weg, erger nog is dat kwetsbare mensen worden ‘weggegooid’. Ze tellen niet meer mee in de geglobaliseerde samenleving.
Vasten voor het milieu
In de aanloop naar COP21 begint er ook binnen andere kerken van alles te broeien. De Lutherse kerken hebben een internationale vastenactie opgezet: mensen worden aangespoord om één keer per maand tot aan COP21 te vasten voor het klimaat en dit te delen via de social media (zie: fastfortheclimate.org).
Kerken in Scandinavië, Duitsland, Engeland en Italië organiseren momenteel een pelgrimage naar Parijs. De bedoeling is om een tocht te organiseren waarbij mensen te voet of per fiets richting Parijs gaan en onderweg allerlei activiteiten houden in het kader van bewustwording van klimaatverandering. Ook in Nederland wordt in oecumenisch verband gewerkt aan de ontwikkeling van een Nederlands gedeelte van de pelgrimage. De ‘klimaatpelgrims’ uit alle delen van Europa zullen vlak voor het begin van de Klimaattop aankomen in Parijs en ter plekke deelnemen aan acties om druk uit te oefenen op de onderhandelaars, zodat er eind 2015 hopelijk een robuust en rechtvaardig akkoord ligt.
Als Catholic Worker-gemeenschap blijven wij doorploegen met onze niet-altijd-zo-gemakkelijke combinatie van gastvrijheid, maatschappelijke actie en gebed. We zijn enorm verheugd met de inzet van paus Franciscus voor de meest kwetsbaren en voor het milieu. Binnenshuis verschillen we wat van opvatting over het belang van internationale akkoorden – hoeveel halen die uit? We zijn het er wel over eens dat verandering vooral van onderop moet komen. Dus zullen we nog beter opletten hoe we milieuvriendelijk en duurzaam kunnen leven.
Laatst zaten we na de maaltijd nog wat na te praten en boden tegen elkaar op met onze ‘groene acties’: gft-afval composteren in bloembakken op het balkon, water waarmee groenten worden gewassen hergebruiken om planten water te geven, niets meer kopen in plastic, etc. De eerste plantjes staan op het moment van schrijven klaar voor het komende groeiseizoen. Dit najaar zullen ook wij bidden en vasten voor het behoud van de schepping. En wie weet pelgrimeren sommigen van ons mee voor een sterk klimaatakkoord.