Het is de tweede zondag van de maand. Op station Amsterdam Zuid staan we met zijn viertjes klaar om naar de wake te gaan bij de grensgevangenis. Aangezien niemand met de auto is gekomen, besluiten we een taxi te nemen naar Schiphol West. De chauffeur, een goedlachse Surinamer, heeft geen flauw idee waar de grensgevangenis is. Zijn TomTom herkent het adres ook niet. Op de ouderwetse manier, met aanwijzingen, zijn we er zo. Wanneer we uitstappen leggen we uit wat we gaan doen. Hij is met stomheid geslagen. ‘Echt waar, jullie komen hier zwaaien naar die vergeten groep mensen?!’ Hij raakt zelfs een beetje geëmotioneerd, wil bijna het geld teruggeven voor de rit.
Na een klein uur zijn we weer terug op de parkeerplaats, na onze ronde om de gevangenis, het zwaaien en het lezen van teksten over het Bijbelse visioen van een wereld zonder grenzen. Clarence staat er nog steeds met zijn taxi. Hij sluit aan bij het slotlied en de vredesgroet. Betalen voor de terugrit is uitgesloten. Ook hij wil absoluut een steentje bijdragen aan een wereld zonder grensgevangenissen.